Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Bij eczeem is het belangrijk dat u voorkomt dat de huid van uw kind uitdroogt. Van een droge huid kan uw kind jeuk krijgen, waardoor hij meer last krijgt van eczeem. De apotheker let er vaak al op of uw kind een verzachtende of beschermende crème of zalf krijgt. Vraag ernaar in de apotheek als u dit niet krijgt. De apotheker kan dan uw huisarts adviseren dit voor te schrijven.
De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.
Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.
Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.
Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.
De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.
Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.
Constitutioneel eczeem is een aandoening waar een aangeboren aanleg voor bestaat. Toch zijn er bepaalde factoren die het eczeem kunnen verergeren:
vette zalven
door de huid in een goede conditie te houden krijgt eczeem minder kans. De huid consequent goed vet houden (waardoor het vochtgehalte in de huid op peil gehouden wordt) is dus erg belangrijk. Een goed vettend product dat eventueel naast de vette zalf gebruikt kan worden is Groninger badlotion. Deze helpt tijdens en na het douchen of badderen de huid goed vet te houden. Groninger badlotion is zonder recept bij de apotheek verkrijgbaar.
corticosteroïden
corticosteroidzalf (‘hormoonzalf’) heeft twee goede effecten op het eczeem. In de eerste plaats wordt de ontsteking in de huid onderdrukt, zodat de roodheid afneemt en in de tweede plaats werkt het ook jeukstillend. Hormoonzalven zijn erg effectief tegen eczeem, maar kunnen niet onbeperkt worden gesmeerd omdat het bij langdurig, onafgebroken gebruik de huid dun kan maken. Bovendien neemt de effectiviteit van hormooncremes dan af. Als u de zalf echter volgens de voorschriften van de arts toepast is de kans op het ontstaan van bijwerkingen zeer klein. Vooral wanneer een afwisselend schema wordt gebruikt (enkele dagen per week achtereen smeren en dan weer enkele dagen niet) zijn de risico’s op problemen klein.
calcineurine-remmers (zalf en crème)
deze producten kunnen de ontstekingsreactie van eczeem remmen en zij bevatten geen corticosteroïd. Dit zijn tacrolimus zalf en pimecrolimus crème:
pimecrolimuscrème heeft een werking en toepassing die in grote lijnen vergelijkbaar is met tacrolimus zalf. Pimecrolimus crème (merknaam: Elidel ®) is sinds 2003 in Nederland op recept verkrijgbaar en kan eveneens worden toegepast bij eczeempatienten van 2 jaar en ouder. Pimecrolimus crème is bedoeld voor mild- tot matig ernstig constitutioneel eczeem.
Doordat de huidbarriére bij atopisch eczeem minder goed werkt en daardoor de huid vaak stuk is ontstaan er gemakkelijker infecties.
Het atopisch eczeem vormt een onderdeel van het “atopisch syndroom” . Hieronder vallen ook astma (benauwdheid en piepen), hooikoorts (verstopte neus, tranende ogen, niezen) en voedingsallergie (bijvoorbeeld voor pinda’s of noten) Vaak heeft de patiënt één of meerdere familieleden met één of meerdere van deze vier ziektebeelden. Het is inmiddels duidelijk dat een kind met atopisch eczeem ook later klachten kan krijgen van hooikoorts, astma of voedingsallergie. Andersom is het ook mogelijk. Een kind die op jonge leeftijd al symptomen heeft van hooikoorts of astma kan later ook eczeem ontwikkelen.
Atopisch eczeem is genetisch bepaald en kan daarom niet worden genezen. De aanleg voor atopisch eczeem wordt erfelijk overgedragen en kan al snel na de geboorte tot uiting komen. Studies tonen aan dat er niet één maar meerdere genen (= dit zijn stukjes erfelijk materiaal gelegen op de chromosomen ) gerelateerd zijn aan het ontstaan van atopisch eczeem. Zeker één deze genen is betrokken bij de opbouw van de huid barrière. Andere genen spelen een rol bij het ontstaan van het overgevoelig afweersysteem bij eczeem.
Mutatie filaggrine eiwit. Een deel van de patiënten met atopisch eczeem heeft een mutatie in het gen die verantwoordelijk is voor het aanmaken van filaggrine eiwit. Filaggrine ( oftewel: filament aggregating protein) heeft een belangrijke rol in de functie van de huid barrière. Filaggrine speelt een belangrijke rol in het dicht houden van de huid en ook als natuurlijke bevochtiger van de huid (zogenaamde “natural moisturizer) . Bij mutaties in dit gen ontstaat een droge huid en een verslechterde huidbarrière. De huid is hierdoor constant “lek”. Door dit verstoorde huid barrière kunnen bacteriën en virussen gemakkelijker van buitenaf de huid binnendringen maar vice versa ook water en voedingstoffen van binnenuit naar buiten ontsnappen. Waarschijnlijk hebben mensen met atopisch eczeem ook mutaties in andere genen die ook andere huidbarrière eiwitten aanmaken, maar dit wordt momenteel nog onderzocht. Verder zijn er aanwijzingen dat dit defect in de huidbarrière een ontstekingsreactie uitlokt bij eczeem, wat de klachten van roodheid, zwelling en jeuk kan verklaren. Het afweersysteem probeert hiermee het defect in de huid dus op te lossen maar veroorzaakt tegelijkertijd juist meer problemen voor de persoon met eczeem.
Bij hooikoortsklachten is de huisarts het eerste aanspreekpunt. De huisarts kan aan de hand van jouw symptomen redelijk goed inschatten of je te maken hebt met een allergische reactie op pollen of dat je misschien wel gewoon de griep hebt of verkouden bent.
In veel gevallen zal de huisarts een geneesmiddel voorschrijven zonder dat er precies bekend is voor welke pollen je allergisch bent. Dit zijn middelen die de aanmaak of werking van histamine tegengaan.
Via de apotheek of drogist zijn er diverse middeltjes tegen hooikoorts verkrijgbaar, zoals neussprays, oogdruppels, tabletten en drank. Voorbeelden zijn cetirizine of loratadine.
Indien de medicatie, die je voorgeschreven hebt gekregen, onvoldoende of niet werkt, kan de huisarts je naar een medisch specialist (allergoloog of KNO-arts) verwijzen voor een aanvullende behandeling. Deze behandeling wordt immunotherapie (of desensibilisatie) genoemd.
Er zijn nog een aantal andere dingen die je kunt ondernemen om je hooikoortsklachten te verminderen: