Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Na de onderzoeken volgt er een gesprek met de arts. Als het om melanoom gaat, zal de arts meer uitleggen over de tumor. Bijvoorbeeld om welk stadium het gaat en of er meer onderzoeken nodig zijn.
Het is belangrijk om iemand mee te nemen naar dit gesprek. Twee horen meer dan één. Ook kan het handig zijn om het gesprek op te nemen. Dan is later terug te luisteren wat de arts heeft gezegd. Overleg dit van tevoren altijd even met de arts.
Deze drie vragen kunnen helpen tijdens het gesprek:
Er zijn verschillende risicofactoren die het risico op het ontwikkelen van huidkanker verhogen. Hoewel sommige risicofactoren, zoals genetische aanleg, niet kunnen worden veranderd, zijn er andere risicofactoren waarop we invloed kunnen uitoefenen. Hoe ziet huidkanker er uit is een belangrijke vraag.
Een andere risicofactor voor huidkanker is een geschiedenis van ernstige zonnebrand in het verleden. Zonnebrand is een teken van schade aan de huidcellen door UV-straling en kan het risico op het ontwikkelen van huidkanker op latere leeftijd verhogen. Het is daarom belangrijk om zonnebrand te voorkomen door de juiste zonbeschermingsmaatregelen te nemen.
Mensen met een lichte huid, blond of rood haar, blauwe of groene ogen en sproeten hebben over het algemeen een hoger risico op het ontwikkelen van huidkanker. Dit komt doordat hun huid minder melanine bevat, het pigment dat de huid beschermt tegen de schadelijke effecten van UV-straling. Het is belangrijk dat mensen met een lichte huid extra voorzichtig zijn en zichzelf goed beschermen tegen de zon.
“Als dermatoloog doe ik niet anders dan de hele dag naar huidplekjes kijken. Voor mij is het dus makkelijk praten, want mijn oog is getraind op het snel herkennen van de vreemde eend in de bijt.” Dermatoloog Jan-Gert geeft je tips die hij mensen in de spreekkamer ook geeft.
Kom je vaak in de zon, ben je als kind regelmatig verbrand, heb je een lichte huid of heb je wel eens afwijkende huidplekjes gehad? Bekijk dan eens per 3 maanden kritisch je lichaam. Controleer of er nieuwe plekken bij gekomen zijn of dat bestaande plekken zijn veranderd. Als je een donkere huid hebt of altijd goed hebt gesmeerd met zonnebrand is regelmatige zelfcontrole minder nodig.
Let bij de controle vooral op de volgende plekken:
Misschien wel de belangrijkste tip: heb je verdachte plekjes of twijfel je, bezoek dan je huisarts of behandelend dermatoloog.
Huidkanker is vaak goed te behandelen, mits je er op tijd bij bent. Ga daarom naar de huisarts wanneer je huidkanker denkt te herkennen. Met een verwijzing van je huisarts kun je op korte termijn, meestal binnen een week, terecht bij DC Klinieken Groningen, Almere, Den Haag, Lairesse (Amsterdam) of Voorschoten. Maak op deze pagina een afspraak.
Als de huisarts het plekje op de huid niet vertrouwt, geeft hij of zij een verwijzing naar een dermatoloog. Een dermatoloog is een huidarts.
Het onderzoek naar een melanoom begint eigenlijk altijd met het weghalen van het plekje. De dermatoloog verwijdert het plekje en snijdt eromheen ook een extra randje gezonde huid weg.
Onderzoeken om uitzaaiingen op te sporen:
Een melanoom kan uitzaaien. Dat gebeurt als er kankercellen losraken van het melanoom. De uitzaaiingen komen het eerst in de lymfeklieren in de buurt van het plekje. Die klier heet de schildwachtklier.
Tijdens het onderzoek verwijdert de arts de schildwachtklier om hem verder te kunnen onderzoeken. In het laboratorium kijkt de patholoog of er uitzaaiingen in de klier zitten.
Zijn er lymfeklieren gevonden die vergroot zijn? Dan gebruikt de arts een echo om te kijken of er uitzaaiingen in lymfeklieren zitten.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam bekijken en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Tijdens het onderzoek smeert de arts of echolaborant gel op de huid. Hij of zij beweegt een klein apparaatje over de huid dat de geluidsgolven uitzendt.
Bij een punctie haalt de arts vocht uit de lymfeklieren weg om te onderzoeken op uitzaaiingen. Dat gebeurt met een dunne, holle naald. Een patholoog onderzoekt het vocht onder de microscoop.
Soms maakt de arts ook gebruik van echografie of een scan. Zo kan de arts precies zien wat hij of zij doet.
Als er een kans is dat het melanoom is uitgezaaid, kan de arts een CT-scan aanvragen. Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien. Het scan-apparaat maakt gebruik van röntgenstraling en een computer.