Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Een van de meest raadselachtige symptomen die onlangs bij COVID-19-patiënten is waargenomen, is een reeks ontstekingsverschijnselen van de huid, waaronder uitslag, pijnlijke, wintertenen-achtige zwellingen die met de officieuze term ‘COVID-tenen’ worden aangeduid, en een verzameling symptomen bij kinderen die tezamen als ‘Kawasaki-achtig syndroom’ worden beschreven.
“Het is alsof je het handboek dermatologie voorbij ziet komen, want de symptomen beslaan het hele scala,” zegt Kanade Shinkai, professor in de dermatologie aan de University of California in San Francisco.
Een virus kan op twee manieren uitslag veroorzaken. Ten eerste kan het zich door het hele lichaam verspreiden en daarbij ook de huid aantasten, bijvoorbeeld bij waterpokken. Ten tweede kan een virus het immuunsysteem tot actie aanzetten, waarbij uitslag op niet-specifieke plekken op de huid ontstaat. Zo’n respons kan deel uitmaken van de normale immuunafweer, maar ook een teken zijn van de hyperreactiviteit die met een cytokinenstorm in verband wordt gebracht. Volgens Shinkai treedt er huiduitslag of exantheem op bij minder dan twee procent van de patiënten die met een doorsneevirus zijn besmet.
Dat geldt ook voor de ‘COVID-tenen’. Dermatologen zien een toename van het aantal patiënten met pijnlijke rode zwellingen van de tenen en vingers, die mogelijk worden veroorzaakt door microstolsels of ontstekingen in de bloedvaten. Maar hoewel sommige patiënten met ‘COVID-tenen’ positief op het coronavirus zijn getest, treedt het symptoom volgens Shinkai ook op bij mensen die negatief zijn getest op zowel het virus als op de antilichamen die in respons daarop door het lichaam zijn aangemaakt.
In een hele reeks recente meldingen werd gesproken over kinderen met COVID-19 die enkele of alle symptomen van de Ziekte van Kawasaki vertoonden. Volgens Michael Agus, hoofd spoedeisende zorg van het Boston Children’s Hospital, zijn medici nog maar pas begonnen met het bestuderen van het verband tussen COVID-19 en Kawasaki.
Afgezien van de longen lijkt het nieuwe coronavirus ook huis te houden in het hart, want volgens een recent onderzoek uit China wordt een op de vijf COVID-19-patiënten getroffen door een of andere vorm van hartaandoening.
Het hart voorziet de organen van zuurstof uit de longen door bloed door het lichaam te pompen. Virussen die de luchtwegen aantasten, zoals corona- en griepvirussen, kunnen dat evenwicht tussen de aan- en afvoer van zuurstof verstoren. Als een virus de longen belaagt, gaan die minder goed functioneren en geven minder zuurstof aan de bloedbaan af. Bij een infectie kunnen ook de bloedvaten zelf ontstoken raken, waardoor ze nauwer worden en minder bloed aan de organen, waaronder het hart, kunnen leveren. Het hart reageert daarop door sneller te gaan pompen, wat tot hart- en vaatproblemen kan leiden.
Een ongebruikelijk en tot nu toe onverklaarbaar symptoom is het optreden van myocarditis, ook bij jonge en gezonde patiënten. Myocarditis is een relatief zeldzame ontsteking van de hartspier.
“Niemand heeft tot nu toe op overtuigende wijze, met een biopsie, virusdeeltjes in de hartspier aangetoond,” zegt Robert Bonow, professor in de cardiologie aan de Feinberg School of Medicine van de Northwestern University en ex-voorzitter van de American Heart Association. Volgens hem kunnen de symptomen van myocarditis ook worden veroorzaakt door de cytokinenstorm die in de rest van het lichaam ontstekingsreacties uitlokt. Maar bekend is dat virussen als waterpokken en hiv direct het hart infecteren, en uit onderzoek komt naar voren dat het coronavirus de bloedvatwand kan binnendringen.
De toenemende aanwijzingen voor de belangrijke rol die het hart in het geval van COVID-19 speelt, hebben de vraag opgeroepen of de ziekte niet ook als hart- en vaataandoening moet worden aangeduid. “Er zijn veel vragen gerezen over de manier waarop we patiënten moeten behandelen,” zegt Bonow. “Als je een 75-jarige man met pijn op de borst binnenkrijgt, is er dan sprake van een hartaanval of van COVID-19?”
Je kan je tegen de mazelen beschermen door je te laten vaccineren. Het vaccin bestaat uit 2 dosissen dat op de leeftijd van 12 maanden én tussen 10 tot 13 jaar gezet wordt. Het vaccin zit in het basisvaccinatieschema, maar is niet verplicht.
Het wordt gratis aangeboden, samen met het vaccin tegen bof en rubella (rodehond). Dat combi-vaccin ('BMR') wordt toegediend via consulaties bij het agentschap Opgroeien ('Kind en Gezin'), de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), de huisarts of de kinderarts.
Pas sinds 1985 is het vaccin tegen mazelen opgenomen in het vaccinatieschema. "De meeste jonge mensen zijn dus wel correct gevaccineerd en hebben hun 2 dosissen op jonge leeftijd gehad", zegt Van Gucht. Maar dat geldt niet altijd voor mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1985.
Het is toch wel belangrijk dat je dat nakijkt: heb ik mazelen gehad, ben ik voldoende gevaccineerd? In het bijzonder voor mensen die in de zorg werken.
Het vaccin zat in die periode nog niet in het vaccinatieschema, met 2 dosissen, zoals nu, legt Van Gucht uit. Mensen gaan in die tijd allicht maar 1 dosis gekregen hebben. Bovendien circuleerde er in die periode al minder mazelenvirus dan voordien. "De kans is dus groot dat mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1985 nooit de ziekte hebben gehad toen ze jong waren én ook niet afdoende gevaccineerd zijn."
Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat ze niet immuun zijn. "Het is toch wel belangrijk dat je dat nakijkt: heb ik mazelen gehad, ben ik voldoende gevaccineerd? In het bijzonder voor mensen die in de zorg werken", zegt Van Gucht.
Wat met mensen die voor 1970 geboren zijn?
"Voor 1970 was het mazelenvirus wijdverspreid en zijn de meeste kinderen ooit besmet geweest met het virus. Die mensen hebben dus een natuurlijke besmetting gehad en houden daar een levenslange immuniteit aan over."
Pas vanaf 1970 is de uitbraak van de mazelen gaan liggen en kwam de vaccinatie tegen het virus sporadisch op gang. Daarom dat mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1985 tot de kwetsbare groep behoren, omdat ze waarschijnlijk nooit besmet zijn geweest of geen vaccinatie hebben gekregen.
Virologen roepen mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1985 op om te controleren of ze wel voldoende gevaccineerd zijn tegen de mazelen. Het virus, dat vooral voor baby's, jonge kinderen en zwangere vrouwen gevaarlijk kan zijn, is aan een opmars bezig, schrijft Het Laatste Nieuws. Zeker mensen die in de zorg werken, kunnen maar best nakijken of ze beschermd zijn, zegt viroloog Steven Van Gucht van Sciensano.
Er zijn steeds meer besmettingen met mazelen. Uit cijfers van het Departement Zorg blijkt dat er dit jaar al 64 bevestigde of waarschijnlijke gevallen gemeld zijn (28 in Vlaams-Brabant, 18 in Oost-Vlaanderen, 12 in Antwerpen, 3 in Limburg en 3 in West-Vlaanderen). In heel 2023 ging het nog om 35 gevallen in Vlaanderen.
Maar niet alleen in Vlaanderen circuleert meer mazelenvirus. "Momenteel is er een grote uitbraak in het hele land", zegt viroloog Steven Van Gucht van het gezondheidsinstituut Sciensano. "Dit jaar zijn in België al meer dan 150 gevallen geregistreerd. Nog altijd relatief weinig, we kunnen niet van een pandemie spreken. Maar ze zijn wel duidelijk in opmars."
In 2015 waren er volgens Sciensano 46 gevallen van mazelen in ons land. Sindsdien is dat jaar na jaar gestegen. In 2019, het jaar voor corona losbarstte, waren er 480 geregistreerde besmettingen. Door de pandemie en de bijhorende maatregelen vielen de besmettingen sterk terug. Nu zijn ze dus weer aan het stijgen.
Wat is mazelen?
De ziekte kan gevaarlijk zijn, vooral voor baby's en jonge kinderen. Bij sommige mensen veroorzaken mazelen ernstige complicaties, zoals een longontsteking, stuipen, blindheid en hersen(vlies)ontsteking, of leidt het zelfs tot de dood. Dat gebeurt gemiddeld in minder dan 1 op de 1.000 gevallen. Wie mazelen heeft tijdens de zwangerschap, riskeert een vroeggeboorte, miskraam of misvorming van de foetus.
Amerikaans onderzoek heeft onlangs aangetoond wat er precies aan de hand is in het lichaam van patiënten met long covid. De onderzoekers bemerkten namelijk een lager gehalte aan het cortisolhormoon en veel uitgeputte T-cellen in hun bloed. Wel is voor dit onderzoek nog verificatie nodig van andere onafhankelijke wetenschappers.
Het hormoon cortisol regelt vele verschillende lichaamsprocessen: het helpt fysieke en mentale stress onder controle te houden, het remt ontstekingen, regelt het glucosegehalte enzovoort. Bij personen met long covid ziet men lage gehaltes aan dit cortisolhormoon. Veelvoorkomende symptomen van de aandoening, zoals vermoeidheid en concentratieproblemen zijn daar een gevolg van.
Het hoge gehalte aan uitgeputte T-cellen betekent volgens de onderzoekers dat patiënten tegen ziekmakers aan het vechten zijn, bijvoorbeeld tegen een restant van het coronavirus of slapende virussen die opnieuw geactiveerd werden. Dat aanhoudend vechten leidt tot chronische ontstekingsreacties. Die reacties staan in verband met vele long-covidsymptomen.
Van de Belgische meldingen over coronavaccins wordt 61 procent als niet-ernstig omschreven, zoals koorts, spierpijn, onwel voelen en reacties ter hoogte van de injectieplaats. "Dit zijn normale reacties die wijzen op de activatie van het immuunsysteem. Ze verdwijnen meestal na enkele dagen", zegt het FAGG. Daarnaast is 32 procent wel ernstig, omdat mensen even arbeidsongeschikt waren of hun huis niet uit konden door bijvoorbeeld koorts of spierpijn.
De zeer ernstige meldingen komen heel beperkt voor. Het gaat bijvoorbeeld om ziekenhuisopnames na vaccinatie (4 procent), en minder dan 1 procent van de meldingen gaat om een overlijden.
Belangrijk om te vermelden is dat bovenstaande cijfers tot en met 24 januari 2022 gelden. Het FAGG kon voorlopig geen recentere analyse geven. Het totale aantal meldingen stond op 24 januari nog op 36.678. Nu komt dat dus op meer dan 39.000, aldus de woordvoerder. Bovendien verwijst dat cijfer uitsluitend naar het aantal ingevulde meldingsformulieren (oftewel het aantal patiënten) en niet naar het aantal bijwerkingen op zich. Per melding of meldingsformulier kan een patiënt meerdere bijwerkingen doorgeven.