Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
De kans dat een moedervlek zich tot een melanoom ontwikkelt, is 1 op 1.000.000. Van elke miljoen goedaardige moedervlekken wordt er dus maar één een melanoom. Laat je door dit gegeven echter niet ontmoedigen alert te zijn op melanomen. Je kunt een melanoom herkennen aan:
1. Jeuk aan het oppervlak van de moedervlek
2. Stekende pijn van de moedervlek
3. Bloeden uit de moedervlek
4. Ontstaan van korstjes op de moedervlek
5. Wispelturige vorm & contouren
6. Aanzienlijke “Breslow-dikte” (dikte van de tumor)
7. Niet-symmetrische, rode omlijsting
8. Uitstulpingen (bobbelige moedervlek / “bloemkool-moedervlek”)
9. Groot oppervlak (> 8 centimeter in doorsnee)
10. Meerdere kleuren (niet egaal gepigmenteerd = atypisch)
11. Onrustigheid (groei & vormverandering)
12. Kleurverandering (bijv. van bruin naar rood)
13. Ontstaan van afwijkend gekleurde “stipjes” in de moedervlek
Ga bij één of meerdere van deze symptomen dus direct naar een huisarts of dermatoloog, al is het maar uit voorzorg!
“Als dermatoloog doe ik niet anders dan de hele dag naar huidplekjes kijken. Voor mij is het dus makkelijk praten, want mijn oog is getraind op het snel herkennen van de vreemde eend in de bijt.” Dermatoloog Jan-Gert geeft je tips die hij mensen in de spreekkamer ook geeft.
Kom je vaak in de zon, ben je als kind regelmatig verbrand, heb je een lichte huid of heb je wel eens afwijkende huidplekjes gehad? Bekijk dan eens per 3 maanden kritisch je lichaam. Controleer of er nieuwe plekken bij gekomen zijn of dat bestaande plekken zijn veranderd. Als je een donkere huid hebt of altijd goed hebt gesmeerd met zonnebrand is regelmatige zelfcontrole minder nodig.
Let bij de controle vooral op de volgende plekken:
Misschien wel de belangrijkste tip: heb je verdachte plekjes of twijfel je, bezoek dan je huisarts of behandelend dermatoloog.
Huidkanker is vaak goed te behandelen, mits je er op tijd bij bent. Ga daarom naar de huisarts wanneer je huidkanker denkt te herkennen. Met een verwijzing van je huisarts kun je op korte termijn, meestal binnen een week, terecht bij DC Klinieken Groningen, Almere, Den Haag, Lairesse (Amsterdam) of Voorschoten. Maak op deze pagina een afspraak.
De huisarts neemt niet altijd zelf een biopt. Soms verwijst de huisarts u meteen door naar de dermatoloog, zonder zelf eerst het plekje te laten onderzoeken.
Een basaalcelcarcinoom kan door de huisarts of de dermatoloog bijna altijd helemaal verwijderd worden. Het behandelen van een basaalcelcarcinoom is belangrijk, want het kan dieper in de huid groeien, waardoor het spierweefsel, kraakbeen of zelfs bot kan beschadigen. De kans op genezing is groot.Er zijn verschillende behandelopties voor basaalcelcarcinomen.
De meest voorkomende behandeling van een basaalcelcarcinoom is een operatie. De huisarts of de dermatoloog snijdt dan, onder een lokale verdoving, het plekje weg. Er wordt dan ook een randje van de gezonde huid meegenomen. Vervolgens onderzoekt een patholoog dit stukje huid weer en kijkt of er nog kanker in de snijrand zit. Is dit het geval en zijn er nog kankercellen zichtbaar in dit randje van de ‘gezonde huid’, dan is er nog een tweede operatie nodig waarbij een extra randje weggesneden wordt door de arts.
Zit het basaalcelcarcinoom in het gezicht of op het hoofd, dan kan worden gekozen voor mohs-chirurgie. Dit is een operatietechniek, wederom onder lokale verdoving, waarbij de arts het plekje krap weghaalt en zo min mogelijk gezonde huid wegsnijdt. Vervolgens wordt dit weefsel meteen onder de microscoop onderzocht.
Wanneer de kanker nog niet helemaal weg is, snijdt de arts weer een extra randje huid weg. Dit wordt ook weer meteen onderzocht. Zo gaat de arts verder tot er geen kankercellen meer worden gevonden onder de microscoop. Op deze manier blijft de wond zo klein mogelijk en wordt er zo min mogelijk gezonde huid weggehaald.
Is een operatie niet mogelijk of zal dit ontsierende, lelijke littekens opleveren, dan kan bestraling een behandeloptie zijn. Dit kan bijvoorbeeld overwogen worden bij plekjes in het gezicht en rond of op het oor. Bestraling kan ook gebruikt worden wanneer het plekje tijdens de operatie niet volledig kon worden verwijderd.
Een moedervlek is in principe onschuldig. Een “gewone” moedervlek is namelijk niets meer of minder dan een egaal vlekje of verheven bobbeltjes in de huid dat een hoge concentratie pigmentvormende cellen bevat. Deze cellen worden ook wel melanocyten genoemd en het pigment dat ze produceren heet melanine.
Hoe meer melanocyten er in een moedervlek zitten, des te donkerder de moedervlek. De kleur van een moedervlek wordt namelijk bepaald door het aantal melanocyten en de hoeveelheid melanine die ze produceren. Een melanoom ontstaat in veruit de meeste gevallen als een melanocyt “ontspoort” en agressief wordt.
Hieronder lees je hoe je een ontspoorde melanocyt oftewel melanoom kunt herkennen…
Er bestaan diverse behandelmethoden om een PCC te verwijderen. De keuze van behandeling is afhankelijk van een aantal factoren waaronder de groeiwijze van de tumor, de lokalisatie van de tumor en de leeftijd en algehele gezondheid van de patiënt. Uw huidarts zal u uitleggen voor welke behandeling u in aanmerking komt en waarom.
Er worden in alle gevallen 2 belangrijke voorwaarden nagestreefd:
1. de tumor dient in z’n geheel (radicaal) te worden verwijderd
2. het mooiste cosmetische eindresultaat dient te worden bereikt.
Een PCC komt in het algemeen NIET in aanmerking voor behandeling met cryochirurgie (bevriezen) of coagulatie (branden).
Uw huidarts kan kiezen uit de volgende behandelmethoden:
I. OPERATIEVE VERWIJDERING
– Excisie. Het wegsnijden van de tumor met hechting. Soms wordt u hiervoor doorverwezen naar de plastisch chirurg. Een recidief tumor wordt bij voorkeur weggesneden.
– Mohs chirurgie. Bij deze techniek haalt de opererende arts in dunne laagjes de tumor weg. Laag voor laag, iedere keer controlerend onder de microscoop. Dit wordt herhaald totdat de tumorplaats geheel tumorcelvrij is. Chirurgie volgens Mohs wordt toegepast bij tumoren op moeilijke plaatsen (neus, oor, mond en bij het oog) of op speciale indicaties. Deze operatieve methode is in Nederland nog geen standaardbehandeling voor het plaveiselcelcarcinoom.
II. NIET-OPERATIEVE BEHANDELVORMEN
– Radiotherapie (bestraling). Indien u hiervoor in aanmerking komt, wordt u doorverwezen naar de radiotherapeut(e).