Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Zonder behandeling loopt deze aandoening vaak fataal af door infecties, vochtverlies of ondervoeding. Tegenwoordig is PV goed te behandelen, ook al is deze auto-immuunziekte niet te genezen.
De behandeling duurt vaak vele jaren en is erop gericht om de blaarvorming te onderdrukken.
Hiervoor wordt meestal een ontstekingsremmende behandeling met corticosteroïden gegeven:
Bij milde vormen van PV met weinig blaren kan behandeling met een sterke corticosteroide crème voldoende zijn. Een sterke corticosteroide crème heeft ook nadelen: als je het langdurig gebruikt, kan het de huid dunner maken. Maar vaak zijn cremes niet voldoende en is er behandeling met tabletten nodig.
Bij veel blaren, verspreid over het hele lichaam, worden corticosteroiden tabletten in hoge dosering voorgeschreven. Deze medicijnen kunnen ernstige bijwerkingen geven als een verhoogde bloeddruk, gewichtstoename, suikerziekte, infecties en botontkalking. Maar ondanks de vervelende bijwerkingen valt gebruik van dit middel vaak niet te vermijden. Om de bijwerkingen te beperken, wordt de behandeling vaak gecombineerd met medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken (immunosupressiva), zoals azathiopinprine of ciclofosfamide.
Het is nieuw om te behandelen met rituximab, een medicijn dat B-cellen opruimt en je via een infuus krijgt. Hiermee is het zelfs mogelijk om genezing te bereiken.
Voor de blaren en open wonden kan de huidarts verschillende zalven en verbandmateriaal voorschrijven. Bij infecties kan antibiotica gegeven worden. Bij pijn kan pijnstillende medicatie worden voorgeschreven. Overleg dat met je behandelend arts.
Het is voorjaar en je kind krijgt opeens roodroze wangen. Blozen is het niet, er lijkt meer aan de hand. Maar wat? Bij kinderen van vier tot tien jaar komt vaak de vijfde ziekte voor. Het is een roodroze uitslag die vaak start bij de wangen maar zich ook kan uitbreiden naar andere delen van het lichaam. De vijfde ziekte wordt veroorzaakt door een virus. Gelukkig is de vijfde ziekte niet ernstig en gaat het na enkele dagen vanzelf over. Lees verder om te ontdekken wat de vijfde ziekte is en wat je kunt doen als je kind de vijfde ziekte heeft.
Spring snel naar:
Het doormaken van een infectie met parvovirus B19 leidt in een deel van de gevallen tot verticale transmissie. Intra-uteriene infectie zeer vroeg in de zwangerschap kan spontane abortus veroorzaken, waarbij multipele congenitale afwijkingen bij de foetus worden gevonden.
Uit prospectief Brits onderzoek uit 1998 blijkt dat het doormaken van een infectie met parvovirus B19 door de moeder tijdens de eerste 20 weken van de zwangerschap in 9% van de gevallen leidt tot een spontane abortus of intra-uteriene vruchtdood. Bij infectie van de moeder na de twintigste week van de zwangerschap is er geen verhoogd risico op intra-uteriene vruchtdood meer. (Zoals reeds eerder vermeld, is het wel mogelijk dat een door de moeder in de eerste helft van de zwangerschap opgelopen infectie zich pas in de tweede helft van de zwangerschap bij de foetus manifesteert!).
Bij de kinderen die levend ter wereld kwamen, zijn er geen aanwijzingen gevonden voor een relatie tussen parvovirus B19-infectie en congenitale afwijkingen.
B19-infectie komt wereldwijd epidemisch voor, maar ook geïsoleerde gevallen zijn beschreven. Om de 3 tot 5 jaar komen epidemieën voor, vooral in de winter en het voorjaar. Tijdens een epidemie is 10% van de gevallen onder de 5 jaar oud, 70% heeft een leeftijd van 5 tot 15 jaar en 20% is boven de 15 jaar. Antistoffen worden gewoonlijk gevonden bij 2-15% van diegenen van 1 tot 5 jaar, 15-60% bij 5 tot 9 jaar en 30-60% bij volwassenen.
Van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd heeft voorzover bekend 30-40% geen antistoffen tegen parvovirus B19. Aangenomen wordt dat ongeveer 1% van alle zwangere vrouwen tijdens de zwangerschap een infectie met parvovirus B19 doormaakt.
Actief
Op dit moment is er nog geen vaccin beschikbaar tegen humaan parvovirus B19.
Passief
Pre- of postexpositieprofylaxe in de vorm van immuunglobuline is theoretisch mogelijk maar wordt in de praktijk niet toegepast.