Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Een lentigo is goedaardig en hoeft daarom niet behandeld te worden.
Cosmetisch zijn er twee behandelingen:
Een lentigo maligna en lentigo maligna melanoma moet altijd behandeld worden, bij voorkeur via chirurgische verwijdering.
De reden om een arts te raadplegen is een nieuwe groeiende moedervlek of een bestaande moedervlek die van kleur of vorm is veranderd of in grootte is toegenomen. Dit geldt vooral voor volwassenen, omdat kinderen sowieso nog nieuwe (en dus groeiende) moedervlekken krijgen. Het kan bijvoorbeeld een moedervlek zijn die donkerder is geworden of waarin verschillende kleuren zijn ontstaan, of een moedervlek die onregelmatige contouren (grillige rand) heeft gekregen.
Een melanoom kan er een enkele keer ook uitzien als een bruin-zwart of zwart bultje. Soms is een melanoom deels of geheel pigmentloos (wit-roze) en daardoor moeilijk als zodanig te herkennen. Een melanoom kan in een vroeg stadium jeuk veroorzaken. In een later stadium treden soms pijn of bloeding op, of ontstaat op die plaats een zweer.
Eventuele uitzaaiing van een melanoom gaat voornamelijk via de lymfebanen in de huid. De lymfebanen monden uit in lymfeklieren. De lymfeklier waar de eventuele uitzaaiing het eerst terechtkomt wordt de schildwachtklier genoemd. Vermoedelijk worden pas daarna de overige nabijgelegen lymfeklieren (in de lymfeklier”stations” van oksels, liezen en hals) aangedaan. Wanneer een lymfeklier een uitzaaiing bevat, is deze dikwijls voelbaar als een stevig bolletje onder de huid van 2-3 cm doorsnede.
Het melanoom komt overal ter wereld steeds vaker voor, met name bij mensen met een blanke huid. In Nederland worden per jaar bijna 3000 nieuwe melanomen ontdekt. Melanomen kunnen op elke leeftijd ontstaan, met een piek tussen de 45 en 60 jaar. Dankzij vroege opsporing is de overlevingskans van mensen met een melanoom de laatste decennia sterk verbeterd.
Kwaadaardige pigmentcellen kunnen in principe overal in de huid ontstaan. Soms ontstaat een melanoom in een reeds lang bestaande moedervlek. Moedervlekken kunnen in grootte variëren van enkele millimeters tot enkele centimeters en zijn meestal licht- of donkerbruin.
Bijna iedereen heeft moedervlekken. De meeste ontstaan tijdens de puberteit en adolescentie. Het merendeel van de moedervlekken geeft geen enkel risico op melanoom. Als een melanoom uit een moedervlek ontstaat, is dat in zeldzame gevallen uit een grote aangeboren (=congenitale) moedervlek of anders uit een “onrustige” moedervlek.
Mensen met meerdere zogenaamde “onrustige” (“klinisch atypische”) moedervlekken hebben een verhoogde kans op het krijgen van een melanoom. Vooral als deze onrustige moedervlekken in de familie voorkomen of andere familieleden een melanoom hebben gehad, is het risico verhoogd.
Ook het huidtype speelt een rol. Mensen die snel verbranden in de zon hebben een hoger risico om een melanoom te ontwikkelen. In ongeveer 10% van de gevallen zijn er aanwijzingen voor een erfelijke aanleg.