Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Een stamceltransplantatie is erop gericht om stamcellen te vervangen die zijn vernietigd door de behandeling met een hoge dosis chemotherapie en/of bestralingstherapie (radiotherapie). Er zijn twee soorten stamcel transplantaties:
Patiënten ontvangen hun eigen stamcellen terug. Deze procedure heeft als doel om het toedienen van zeer hoge doseringen chemotherapie – die de kankercellen moeten vernietigen – mogelijk te maken. Omdat deze hoge dosis chemotherapie niet alleen invloed heeft op de kankercellen maar ook op sommige gezonde cellen (vooral snelgroeiende gezonde cellen in het beenmerg en slijmvliezen), worden vooraf stamcellen verzameld om de door de chemotherapie vernietigde stamcellen te kunnen vervangen.
Acute GVHD can affect any segment of the gastrointestinal tract and manifest with nonspecific symptoms. In the oropharynx, mucositis — which is characterized by oral pain, odynophagia, anorexia, blistering, aphthae and gingivitis — might be a manifestation of either acute GVHD or the result of myeloablative conditioning therapy 27,28 . Conditioning regimens are the predominant cause of mucositis in the initial 2–3 weeks after HSCT, with acute GVHD becoming a common culprit thereafter 28 . Severe oral and oesophageal involvement might lead to bleeding, super-infection and, rarely, airway obstruction 29 . Although isolated acute GVHD of the oesophagus is rare, it might present with odynophagia, dysphagia or chest pain 30,31 . The earliest manifestations of gastroduodenal acute GVHD can be insidious and include loss of appetite, early satiety, dyspepsia and weight loss 32–34 . Recognizing these symptoms might offer the best chance for early intervention, which could potentially alter the clinical course of the disease. Symptoms might progress to severe nausea, incessant vomiting, epigastric pain and upper gastrointestinal bleeding 32–34 . Importantly, before engraftment, chemotherapy-induced toxicity and opportunistic infections can cause gastrointestinal manifesta tions similar to those of acute GVHD. In addition, it is not uncommon for drug toxicity, acute GVHD and infections to coexist 35 .
The incidence of severe gastrointestinal bleeding after HSCT has markedly declined owing to improvements in fungal, antiviral and acute GVHD prophylaxis. The cumulative incidence of gastrointestinal bleeding of any severity has been reported as 9%, and as 2% for severe gastrointestinal bleeding 37,39 . Although patients who have received HSCT can certainly present with causes of gastrointestinal bleeding that are not related to the transplantation (such as oesophagitis, peptic ulcer disease, angiodysplasia, diverticulosis and haemorrhoids), acute GVHD remains the most common aetiological factor 40 . Predisposing factors to gastrointestinal bleeding in acute GVHD include prolonged thrombocytopenia, an advanced stage of acute GVHD, the presence of thrombotic microangiopathy and secondary infection 39 . Importantly, severe gastrointestinal bleeding in acute GVHD is an independent predictor of mortality, with mortality approaching 40% (REF. 37).
The differential diagnosis for GVHD depends on the clinical manifestations observed in the patient. These include the following:
Skin: Drug reactions, viral exanthems, radiation dermatitisHepatic: Infection, especially viral hepatitis, drug-induced liver injury, shock liver, immunotherapy-related hepatotoxicity, sinusoidal obstructive syndrome, malignancy [25]
Diarrhea: Iatrogenic (secondary to chemotherapy, immunosuppressants, antibiotics, or magnesium), infectious (CMV, EBV, adenovirus, rotavirus, Clostridium difficile, Mycobacterium avium complex, Giardia, Cryptosporidium), thrombotic microangiopathy, bile-salt malabsorption
Nausea and vomiting, anorexia: Iatrogenic (secondary to chemotherapy, immunosuppressants, radiation, antibiotics, or opioids)[26]
Om gaatjes (cariës) te voorkomen is het zeer belangrijk om een tandpasta met fluoride te gebruiken. Het is dan ook niet verstandig om homeopatische tandpasta’s zonder fluoride (zoals Weleda®, Bluem®, Alvania® of Green People®) te gebruiken of om zelf een tandpasta te maken. Milde tandpasta’s zoals Elmex® (mentholvrij), Zendium® (eventueel de junior tube zonder menthol), Parodontax® (original of mentholvrij) bevatten wel fluoride en worden over het algemeen beter verdragen als de slijmvliezen gevoelig zijn.
Wanneer er sprake is van een droge mond, dan is de kans op het ontstaan van gaatjes (cariës) extra hoog. Als extra bescherming van het gebit kan er gekozen worden om vaker fluoride te gebruiken. Bijvoorbeeld door: