Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Vanwege de risico’s voor je baby is het dus belangrijk om op tijd te starten met een behandeling. Een behandeling is er dan ook op gericht om deze risico’s voor je kindje zo klein mogelijk te maken. Voor jou zelf is de behandeling vooral bedoeld om je klachten te verminderen. De behandeling van zwangerschapscholestase bestaat uit de volgende onderdelen:
Om de jeuk te verlichten kan je koelzalf of levomentholcrème gebruiken. Werkt dit onvoldoende, dan kan je gynaecoloog medicijnen voorschrijven tegen de jeuk. Het meest gebruikte medicijn is ursodeoxycholzuur. Dit middel verlaagt de hoeveelheid schadelijke galzuren en vermindert de jeuk. Het medicijn komt nauwelijks langs de placenta en is dus ook veilig voor je baby. Het medicijn heeft mogelijk zelfs een gunstig effect op het voorkomen van problemen bij je kindje, maar dit moet nog verder onderzocht worden.
Soms worden ook weleens een type medicijnen genaamd antihistaminica voorgeschreven. Deze worden doorgaans gebruikt bij allergieën zoals hooikoorts. Deze medicijnen hebben als bijkomend effect dat je er slaperig van wordt. Bij zwangerschapscholestase helpen ze niet tegen de jeuk, maar zorgen ze wel voor een betere nachtrust.
Omdat zwangerschapscholestase gevaarlijk is voor je baby, wordt goed in de gaten gehouden of het goed blijft gaan. Dit gebeurt door regelmatig bij jou bloedonderzoek te doen. Als de galzuren in je bloed boven een bepaalde waarde komen, kan de gynaecoloog beslissen om je bevalling in te leiden. Zwangerschapscholestase verdwijnt namelijk zodra je baby geboren is.
Zikavirusinfecties komen voor in de (sub)tropische delen van Afrika, Amerika en Azië. In deze gebieden loop je dus het meeste risico om besmet te raken met het virus.
Sinds augustus 2016 zijn ook de eerste gevallen van lokale besmetting door muggen bekend in Miami. Het CDC (Centers for Disease Control and Prevention) heeft het advies aan zwangere vrouwen gegeven om ook dit gebied te mijden.
Verder zijn er gebieden, zoals Indonesië, waar het zikavirus al langere tijd voorkomt. Hier vind geen verspreiding op grote schaal plaats. Kijk voor de actuele kaart met risicogebieden op de site van ECDC (European Centre for Disease Prevention and Control).
Eczeem is ongetwijfeld een onaangename aandoening, vooral tijdens de zwangerschap en de periode na de bevalling. Als u nog nooit eerder eczeem heeft gehad, kan een plotselinge jeukende uitslag verwarrend en alarmerend zijn.
De meest voorkomende tijd waarop eczeem optreedt tijdens de zwangerschap is in de eerste twee trimesters. Omdat eczeem wordt veroorzaakt door externe en interne triggers, kan het moeilijk te voorspellen zijn en kan het op elk moment tijdens de zwangerschap of net na de bevalling optreden. Hoe lang de aandoening aanhoudt, varieert ook.
De meerderheid van de mensen die tijdens de zwangerschap eczeem hebben, heeft nog nooit eerder eczeem gehad en krijgt het voor het derde trimester. Zelden kan eczeem voor het eerst postpartum verschijnen. Dit komt over het algemeen voor in slechts ongeveer 10% van de gevallen.
Eczeem kan overal op het lichaam voorkomen, maar vlamt meestal op in de ledematen (vooral op de armen of handen), nek en gezicht. Hoewel het zeer zeldzaam is (het overkomt minder dan 2% van de ouders die borstvoeding geven), kan eczeem zich ontwikkelen op de tepelhof of tepels.
In gevallen van eczeem op de tepels of tepelhof, wordt het vaak aanbevolen dat de ouder tussen de voedingen een verzachtende en plaatselijke steroïde op het aangetaste gebied aanbrengt. Het geneesmiddel en de verzachter moeten grondig worden afgewassen voordat de baby weer borstvoeding geeft of de ouders gaan kolven om besmetting van de moedermelk te voorkomen. Op dit moment raden deskundigen aan dat ouders die borstvoeding geven het gebruik van ciclosporine en methotrexaat vermijden om eczeem te behandelen tijdens de postpartumperiode.
Een andere behandeling die over het algemeen niet wordt aanbevolen voor mensen die borstvoeding geven, zijn lokale calcineurineremmers, hoewel het onduidelijk is hoeveel van het geneesmiddel in de melk van een zogende ouder terechtkomt. Er is meer onderzoek nodig om te concluderen of het gevaarlijk of veilig is om te gebruiken tijdens het geven van borstvoeding.