Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Een aanval van dyshidrotisch handeczeem begint typisch met het vrij plotseling ontstaan van groepjes diep in de huid gelegen gespannen blaasjes die met helder vocht gevuld zijn. Soms zijn de blaasjes slechts speldeknop groot, maar soms ontstaan ook grotere blaasjes die met elkaar kunnen samenvloeien tot blaren van wel 1-2 cm groot. Wanneer er sprake is van vele grotere blaasjes wordt er gesproken van pompholyx.
Er is meestal weinig felle roodheid van de huid.
De klachten bestaan aanvankelijk uit lichte jeuk of branderig gevoel. De blaasjes drogen meestal vanzelf in, hetgeen de huid stug kan maken. Soms leidt deze stugge huid tot de vorming van pijnlijke kloven. Als de blaasjes ingedroogd zijn schilferen deze geleidelijk af. De hele cyclus van het begin van de blaasjes tot het einde van het afschilferen duurt ongeveer 4 weken. Niet zelden ontstaat in de laatste fase weer een nieuwe episode met blaasjes.
Soms gaat het eczeembeeld over in een vorm van handeczeem met langdurig schilferen en kloven van de handpalmen.
Palmpel
In veel gevallen van dyshidrotisch handeczeem staan de blaasjes niet op de voorgrond. Hier treedt de schilfering op zónder dat de blaasjes aanwezig of duidelijk zichtbaar zijn geweest: deze vorm van handeczeem wordt ook wel ‘palmpel‘ genoemd. De medische term hiervoor is ‘dyshidrosis lamellosa sicca‘ genoemd.
Het atopisch eczeem vormt een onderdeel van het “atopisch syndroom” . Hieronder vallen ook astma (benauwdheid en piepen), hooikoorts (verstopte neus, tranende ogen, niezen) en voedingsallergie (bijvoorbeeld voor pinda’s of noten) Vaak heeft de patiënt één of meerdere familieleden met één of meerdere van deze vier ziektebeelden. Het is inmiddels duidelijk dat een kind met atopisch eczeem ook later klachten kan krijgen van hooikoorts, astma of voedingsallergie. Andersom is het ook mogelijk. Een kind die op jonge leeftijd al symptomen heeft van hooikoorts of astma kan later ook eczeem ontwikkelen.
Atopisch eczeem is genetisch bepaald en kan daarom niet worden genezen. De aanleg voor atopisch eczeem wordt erfelijk overgedragen en kan al snel na de geboorte tot uiting komen. Studies tonen aan dat er niet één maar meerdere genen (= dit zijn stukjes erfelijk materiaal gelegen op de chromosomen ) gerelateerd zijn aan het ontstaan van atopisch eczeem. Zeker één deze genen is betrokken bij de opbouw van de huid barrière. Andere genen spelen een rol bij het ontstaan van het overgevoelig afweersysteem bij eczeem.
Mutatie filaggrine eiwit. Een deel van de patiënten met atopisch eczeem heeft een mutatie in het gen die verantwoordelijk is voor het aanmaken van filaggrine eiwit. Filaggrine ( oftewel: filament aggregating protein) heeft een belangrijke rol in de functie van de huid barrière. Filaggrine speelt een belangrijke rol in het dicht houden van de huid en ook als natuurlijke bevochtiger van de huid (zogenaamde “natural moisturizer) . Bij mutaties in dit gen ontstaat een droge huid en een verslechterde huidbarrière. De huid is hierdoor constant “lek”. Door dit verstoorde huid barrière kunnen bacteriën en virussen gemakkelijker van buitenaf de huid binnendringen maar vice versa ook water en voedingstoffen van binnenuit naar buiten ontsnappen. Waarschijnlijk hebben mensen met atopisch eczeem ook mutaties in andere genen die ook andere huidbarrière eiwitten aanmaken, maar dit wordt momenteel nog onderzocht. Verder zijn er aanwijzingen dat dit defect in de huidbarrière een ontstekingsreactie uitlokt bij eczeem, wat de klachten van roodheid, zwelling en jeuk kan verklaren. Het afweersysteem probeert hiermee het defect in de huid dus op te lossen maar veroorzaakt tegelijkertijd juist meer problemen voor de persoon met eczeem.
In geïndustrialiseerde landen komt atopisch eczeem voor bij 5-15% van de kinderen en bij 1-3% van de volwassenen. Geschat wordt dat ongeveer 400.000 mensen in Nederland deze huidaandoening hebben. Atopisch eczeem begint al meestal in de eerste 6 levensmaanden, maar kan in principe op iedere leeftijd beginnen. Ongeveer 75% van de patiënten is jonger dan 20 jaar. Geschat wordt dat 3-5% van alle kinderen atopisch eczeem heeft. Het eczeem kan gedurende een betrekkelijk korte tijd aanwezig zijn, maar ook chronisch blijven bestaan. Bij sommige mensen verdwijnt het om vervolgens veel later weer terug te keren.
Jazeker. Ook baby’s kunnen eczeem krijgen, al na een paar weken tot maanden. Op babyleeftijd wordt atopisch eczeem ook wel “dauwworm” genoemd.
We zien sterk jeukende heldere blaasjes en soms zelfs grote blaren in de handpalmen, tussen de vingers en/of voetzolen en tenen. Er worden 4 klinische vormen onderscheiden.
1. Acute vormen
– Pompholyx. Acute ontstane “uitbraak” van stevige blaasjes en blaren aan de handpalmen, zijkanten van de vingers en soms ook aan de voetzolen. Meestal is het beeld symmetrisch. Meestal voorafgegaan door jeuk- of zelf pijnklachten. Kleinere blaasjes vloeien samen tot grotere blaren. Binnen 2 tot 3 weken drogen de blaasjes en blaren in waarbij de huid flink gaat vervellen. Deze vorm wordt vaak gezien bij (jonge) volwassenen en minder bij ouderen. Ook treedt het vaker op in de lente- en zomermaanden.
– “Ide” reactie op een huidinfectie. Rode jeukende blaasjes aan de zijkanten van de vingers en handpalmen als een uiting van een overgevoeligheidreactie op een infectie elders in de huid. De bekendste voorbeeld is een schimmelinfectie aan de tenen of voet (= zwemmerseczeem). Ook een ernstige schimmelinfectie aan de voeten op zich kan hierbij eruitzien als blaasjeseczeem.
De acute vormen kunnen gecompliceerd worden door een bacteriële infectie waarbij zelfs een wondroos kan ontstaan. De patiënt klaagt dan over meer pijn en er ontstaan puskopjes en gele korstjes. Bij wondroos is er roodheid, pijn, zwelling aan het aangedane gebied en eventueel koorts.
Bij voeteczeem is er sprake van huidontsteking aan de voeten. Het is geen ernstige huidaandoening, maar wel een hele vervelende. Vooral, omdat de huidklacht aan je voeten zit. Waardoor je er gedurende de dag constant wrijving en druk op de ontsteking staat.
Er zijn heel veel verschillende soorten eczeem. Maar alleen bepaalde vormen van eczeem komen vaker voor aan de voeten. Vier veel voorkomende vormen eczeem aan de voeten zijn:
ALs je een lichte huid hebt, wordt de huid rood. De huid jeukt en er kunnen schilfers, bultjes, blaasjes, kloofjes of korstjes ontstaan. In sommige gevallen wordt de huid ook dik.
Bij dit type eczeem zijn de voeten ook aangedaan. Maar wel op een ander soort manier als de twee eczeem soorten hierboven. Bij tylotisch eczeem is de huid verdikt en zijn er in deze verdikking allerlei huid kloven te zien. De verdikking van de huid bestaat vooral uit eelt.
Naast deze uiterlijke kenmerken van tylotisch eczeem geeft de huidontsteking ook pijn en jeukklachten. Met name als er druk op de voeten wordt gezet, bijvoorbeeld bij het opstaan of een lange wandeling geeft het eczeem pijnklachten.
De oorzaak van deze eczeem soort is helaas nog niet duidelijk. Wel speelt erfelijkheid mogelijk een rol.
Een andere vorm van eczeem aan de (handen en) voeten is dyshidrotisch eczeem. Bij deze vorm van eczeem ontstaan er allemaal kleine, met vocht gevulde, blaasjes aan de handen en voeten. Wat hierin typerend is, is dat deze blaasjes vaak grijzig van kleur zijn.
Dyshidrotisch eczeem op de voeten komt veel minder vaak voor dan dyshidrotisch eczeem aan de handen en vingers. Zowel handen en voeten zijn extra vatbaar voor infecties met bacteriën.