Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Als je geboren bent tussen 1970 en 1985, is het niet altijd zo eenvoudig om na te gaan of je op jonge leeftijd de ziekte al had of voldoende gevaccineerd bent. "Er bestaan geen elektronische registers van die tijd", zegt Van Gucht.
"Je kan dat navragen bij je ouders, het klassieke "boekje" van Kind en Gezin van in die tijd raadplegen, het medisch dossier bij je huisarts opvragen. " zegt Van Gucht. En je kan je gegevens ook online raadplegen op mijngezondheid.be of myhealthviewer.be. Hiervoor heb je wel je elektronische identiteitskaart nodig. Je huisarts kan eventueel ook antistoffen laten bepalen in je bloed.
Vind je helemaal niets terug, dan mag je ervan uitgaan dat je niet gevaccineerd bent, en dan is een vaccinatie aanbevolen. Als je twijfelt, en zeker als je in de zorg werkt, raadt Van Gucht aan om een vaccinatie te nemen. "Dat is nooit verkeerd."
"En weet: als je ooit de ziekte hebt doorgemaakt of je bent correct gevaccineerd, dan ben je beschermd voor het leven. Die immuniteit blijft levenslang."
Zuigelingen lopen het grootste risico op overlijden als gevolg van kinkhoest, zelfs na het starten van de behandeling.
Een herhalingsdosis is nodig voor kinderen op de leeftijd van:
Kinderen zijn niet de enigen die vatbaar zijn voor kinkhoest. Bespreek met een arts of je gevaccineerd moet worden als je:
Welkom op de Viata blog. Hier vind je alles aangaande je gezondheid en welzijn. Voor ons komt dat op de eerste plaats.
Symptomen
De incubatieperiode (van het moment van besmetting totdat er ziekteverschijnselen optreden) is acht tot veertien dagen.
• De symptomen lijken op die van een zware verkoudheid: een loopneus, hoesten, niezen, ontstoken ogen, zere keel en hoge koorts (tot 40°C).
• Daarnaast kunnen symptomen als neusbloeden, misselijkheid en diarree optreden.
• Rond de derde dag gaat de temperatuur van uw kind omlaag en verschijnen er kleine witte, op zoutkorreltjes lijkende vlekjes in de mond.
• Op de vierde of vijfde dag verschijnt de eerste huiduitslag. Eerst in de vorm van kleine, iets opgezette rode vlekjes op het voorhoofd en achter de oren. Deze vlekjes verspreiden zich geleidelijk aan over de rest van het lichaam, behalve over de armen en benen. Naarmate de uitslag zich verder verspreidt, worden de vlekjes groter en vloeien ze in elkaar over.
• Rond de zesde dag begint de uitslag af te nemen. Na een week zijn alle symptomen meestal verdwenen.
Complicaties van mazelen zijn onder andere encefalitis (herseninfectie), longontsteking, oorontsteking, enz.
Je kan je tegen de mazelen beschermen door je te laten vaccineren. Het vaccin bestaat uit 2 dosissen dat op de leeftijd van 12 maanden én tussen 10 tot 13 jaar gezet wordt. Het vaccin zit in het basisvaccinatieschema, maar is niet verplicht.
Het wordt gratis aangeboden, samen met het vaccin tegen bof en rubella (rodehond). Dat combi-vaccin ('BMR') wordt toegediend via consulaties bij het agentschap Opgroeien ('Kind en Gezin'), de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), de huisarts of de kinderarts.
Pas sinds 1985 is het vaccin tegen mazelen opgenomen in het vaccinatieschema. "De meeste jonge mensen zijn dus wel correct gevaccineerd en hebben hun 2 dosissen op jonge leeftijd gehad", zegt Van Gucht. Maar dat geldt niet altijd voor mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1985.
Het is toch wel belangrijk dat je dat nakijkt: heb ik mazelen gehad, ben ik voldoende gevaccineerd? In het bijzonder voor mensen die in de zorg werken.
Het vaccin zat in die periode nog niet in het vaccinatieschema, met 2 dosissen, zoals nu, legt Van Gucht uit. Mensen gaan in die tijd allicht maar 1 dosis gekregen hebben. Bovendien circuleerde er in die periode al minder mazelenvirus dan voordien. "De kans is dus groot dat mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1985 nooit de ziekte hebben gehad toen ze jong waren én ook niet afdoende gevaccineerd zijn."
Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat ze niet immuun zijn. "Het is toch wel belangrijk dat je dat nakijkt: heb ik mazelen gehad, ben ik voldoende gevaccineerd? In het bijzonder voor mensen die in de zorg werken", zegt Van Gucht.
Wat met mensen die voor 1970 geboren zijn?
"Voor 1970 was het mazelenvirus wijdverspreid en zijn de meeste kinderen ooit besmet geweest met het virus. Die mensen hebben dus een natuurlijke besmetting gehad en houden daar een levenslange immuniteit aan over."
Pas vanaf 1970 is de uitbraak van de mazelen gaan liggen en kwam de vaccinatie tegen het virus sporadisch op gang. Daarom dat mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1985 tot de kwetsbare groep behoren, omdat ze waarschijnlijk nooit besmet zijn geweest of geen vaccinatie hebben gekregen.