Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Immuuntherapie vóór een operatie bij patiënten met uitgezaaide huidkanker blijkt bijzonder goed te werken. Negenvijftig procent van de patiënten reageert zo goed op deze vorm van behandelen dat er geen nabehandeling meer nodig is. Dit blijkt uit de resultaten van de NADINA-studie die vandaag gepresenteerd worden in Chicago.
De NADINA-studie, geleid door onderzoekers van het Antoni van Leeuwenhoek, is eerder dit jaar aangewezen door het wetenschappelijke vakblad Nature Medicine als een van de elf klinische studies die een grote impact gaan hebben op de geneeskunde in 2024. Die verwachting maakt de studie nu meer dan waar. Dat blijkt uit de resultaten die internist-oncoloog en onderzoeksleider Christian Blank vandaag presenteert op het hoogste podium (plenaire sessie) tijdens ASCO 2024, het internationale congres van de American Society of Clinical Oncology in Chicago. Tegelijkertijd worden de resultaten ook gepubliceerd in het toonaangevende New England Journal of Medicine (NEJM).
Bij 59% van de patiënten die immuuntherapie vóór de operatie kregen, was de tumor bijna compleet of volledig verdwenen, waardoor geen aanvullende behandeling nodig was.
Christian Blank Internist-oncoloog en OnderzoeksleiderDus ging Shapiro op zoek naar een veel krachtigere, kleine molecule die de a-UPR-signaalweg als doelwit kon nemen, en daarvoor werkte hij samen met Hergenrother. Hun analyse leidde naar de ontdekking van ErSo, een kleine molecule die krachtige kankerbestrijdende eigenschappen had. En dat zonder waarneembare bijwerkingen bij muizen, zo bleek uit verdere testen.
Invasieve borstkankers maken tunnels in het omliggende weefsel door te duwen
"Deze a-UPR is estrogeenreceptor-afhankelijk", zei Hergenrother, "Wat uniek is aan de ErSO-verbinding is dat ze cellen die geen estrogeenreceptor hebben, ongemoeid laat, en ook geen effect heeft op gezonde cellen - of ze nu al dan niet een estrogeenreceptor hebben. Maar ze is enorm krachtig tegen estrogeenreceptor-positieve kankercellen."
ErSo lijkt helemaal niet op de geneesmiddelen die nu algemeen gebruikt worden voor de behandeling van estrogeenreceptor-positieve kankers, zei Shapiro. "Dit is geen andere versie van tamoxifen of fulvestrant, die therapeutisch gebruikt worden om de estrogeensignaalweg te blokkeren bij borstkanker", zei hij.
Ook al bindt het middel zich aan dezelfde receptor waaraan het hormoon estrogeen zich bindt, het gebruikt een andere site op de estrogeenreceptor en valt een beschermende celullaire signaalweg aan die al ingeschakeld is in kankercellen, zo zei Shapiro.
"Aangezien zo'n 75 procent van de borstkankers estrogeenreceptor positief zijn, heeft ErSo potentieel tegen de meest voorkomende vorm van borstkanker", zei Boudreau. "De hoeveelheid estrogeenreceptor die nodig is om ErSo een borstkanker aan te laten vallen, is bovendien erg klein, zodat het mogelijk is dat ErSo ook zou kunnen werken tegen sommige borstkankers die traditioneel niet beschouwd worden als ER-positief."
Op grond van onderstaande kenmerken van het basaalcelcarcinoom adviseert uw arts u over de behandeling:
In de meeste gevallen zal een basaalcelcarcinoom onder plaatselijke verdoving operatief worden verwijderd. Andere behandelmogelijkheden zijn celdodende zalven (5-FU creme, Imiquimod), vloeibare stikstof, photodynamische therapie (PDT) en bestraling (radiotherapie). Uw dermatoloog kan uitleggen wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende behandelingen. Bij de behandeling wordt gestreefd naar een optimaal cosmetisch resultaat en het behouden van de functie.
Melanomen kunnen er verschillend uitzien. Ze kunnen zichtbaar worden als een nieuwe vlek op de huid, maar vaak zijn het moedervlekken die van uiterlijk veranderen. De kleur, vorm of grootte kan veranderen of de plek gaat bloeden, jeuken of pijn doen. De symptomen van uitgezaaid melanoom kunnen per toeval worden ontdekt. Klachten kunnen variëren van pijn of een zwelling tot algemene klachten als vermoeidheid, verminderde conditie en verminderde eetlust.
Risicofactoren voor het ontstaan van melanoom zijn zonverbranding op jonge leeftijd, een licht huidtype en het hebben van een groot aantal moedervlekken of afwijkende moedervlekken (atypische naevi). Ongeveer 10% van alle primaire melanomen ontstaat als gevolg van een erfelijke afwijking: het Familial Atypical Multiple Mole Melanoma (FAMMM) syndroom.
De kans op uitzaaiingen wordt bepaald door de dikte van het primaire melanoom en een aantal andere kenmerken zoals ulceratie (de aanwezigheid van ontsteking in de tumor). In een aantal gevallen wordt het primaire melanoom nooit gevonden. Voor de behandeling van de uitzaaiingen maakt dit geen verschil.
Om eventuele uitzaaiingen naar de dichtstbijzijnde lymfeklieren op te sporen, kan afhankelijk van de Breslow-dikte van het melanoom de zogenaamde schildwachtklier worden opgespoord en onderzocht.
Het schildwachtklieronderzoek is een weinig belastende chirurgische ingreep die informatie kan geven over de prognose (= verwachte kans op overleven), maar of de overlevingskansen door deze ingreep zelf verbeteren, is nog veel discussie. Voor dit onderzoek wordt u verwezen naar de oncologisch chirurg.
De keuze voor een bepaalde behandeling is afhankelijk van uw conditie, de uitgebreidheid van de ziekte en de aanwezigheid van bepaalde kenmerken van het melanoom, zoals een BRAF-mutatie die een doelgerichte behandeling mogelijk maakt. Met immuuntherapie wordt de lichaamseigen afweer gebruikt bij het bestrijden van deze vorm van kanker. Door onderzoek kan de behandeling verder worden verbeterd. Wij kunnen u informeren over deelname aan een studie waarin de werkzaamheid van nieuwe behandelingenwordt onderzocht.