Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Wratten zijn kleine, goedaardige tumoren van de huid, huidkleurig tot geelgrijs met een bloemkoolachtig aspect. De grootte varieert van enkele millimeters tot een conglomeraat van centimeters.6
Er zijn verschillende soorten wratten, onderverdeeld naar klinische morfologie en presentatie. De meest voorkomende wratten zijn de gewone wratten (verrucae vulgares), die vooral op de handen, maar over het gehele lichaam voor kunnen komen. Voetzoolwratten (verruca plantaris) liggen door de druk van het lopen in (het eelt van) de voetzool verzonken. Confluerende groepjes voetzoolwratten naast elkaar worden mozaïekwratten genoemd. Verucae planae (platte wratten) komen minder vaak voor, zijn klein en plat en zijn vaak multipel op de handrug of het gezicht aanwezig. Andere ‘wratten’, zoals waterwratten (mollusca contagiosa), genitale wratten (condylomata acuminata) en ouderdomswratten (verrucae seborrhoica), hebben een andere etiologie en vallen buiten het kader van dit artikel.
The incidence of SK rises with age. According to several epidemiologic studies, SK can be found in 50% to 100% of patients aged 50 or older. A British study found SK in 82% of men and 62% of women over age 70. The prevalence of SK among younger people is lower. However, SK can already be found in young people aged 15 to 30 years. An Australian study reported a prevalence of SK of 24% in this group.
SKs are benign clonal tumors. In the last years it has become evident that somatic mutations are associated with SK. These point mutations mainly affect the FGFR3 (fibroblast factor growth factor 3) and PIK3CA (alpha catalytic subunit of the phosphatidylinositol 3-kinase) genes and lead to activation of the RAS/MAPK and PI3K/AKT signaling pathways. Interestingly, the same FGFR3 and PIK3CA mutations have been identified in malignant tumors and are thought to be oncogenic, albeit SK bear no malignant potential.
In germline, the identical FGFR3 mutations cause severe skeletal dysplasia syndromes such as thanatophoric dysplasia. In a comprehensive study, 70% of SK revealed FGFR3 mutations and 50% PIK3CA mutations. Many lesions had both an FGFR3 and PIK3CA mutation simultaneously. Furthermore, activating mutations in KRAS, HRAS, AKT and EGFR genes have been found, but at a lower frequency than FGFR3 and PIK3CA.
This is an open access article distributed under the Creative Commons Attribution License, which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original work is properly cited.
Verruca vulgaris is a benign proliferation of the stratified squamous epithelium resulting in a papillary or verrucous exophytic mass. Depending on the inoculation titer, an incubation period of 3 weeks to 8 months is required before lesions become apparent [1]. Lesions are easily seen on the hands, arms, and legs, however, they can also appear on the surface of the skin in any region of the body or, more rarely, on mucous membranes [2]. Seborrheic verruca is an asymptomatic benign epidermal keratinocytic tumor commonly seen in elderly patients. It may also act as an acquired cutaneous lesion predisposing individuals to the development of other dermatoses. Seborrheic verruca is also observed in patients with benign neoplasms, pregnancy, or human immunodeficiency virus infections.
Several treatments are available for eradicating verruca lesions including surgery, cryotherapy, electrocauterization, laser, or topical agents, however, the treatment strategy varies depending on disease location and severity, as well as the patient's immune status [3]. These are silent and slow growing lesions in healthy individuals, but can result in serious and rapid growth in immunosuppressed patients. Here we present two cases of verruca vulgaris and seborrheic verruca observed in patients with malignancy.
Bij de anamnese informeert de huisarts hoeveel wratten er op welke plaatsen zitten, hoe lang de wratten al aanwezig zijn, wat men zelf al heeft gedaan aan de wratten en welke hinder de wrat veroorzaakt: pijn, ongemak of cosmetische klachten. De mate van hinder weegt immers mee in de beslissing om af te wachten of te behandelen. Wanneer een patiënt veel wratten heeft, informeert de huisarts naar vatbaarheid voor andere infecties (immuunstoornis) en gebruik van immuunsuppressiva.
Bij onderzoek heeft een wrat van boven een bloemkoolachtig aspect. Een wrat voelt harder aan dan de omringende huid ten gevolge van de hyperkeratose. Op de voetzolen ligt de wrat door de druk van het lopen vaak in het eelt verzonken. De huidlijnen zijn onderbroken en getromboseerde capillairen kunnen als kleine zwarte puntjes in de wrat zichtbaar zijn.