Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
De huisarts neemt niet altijd zelf een biopt. Soms verwijst de huisarts u meteen door naar de dermatoloog, zonder zelf eerst het plekje te laten onderzoeken.
Een basaalcelcarcinoom kan door de huisarts of de dermatoloog bijna altijd helemaal verwijderd worden. Het behandelen van een basaalcelcarcinoom is belangrijk, want het kan dieper in de huid groeien, waardoor het spierweefsel, kraakbeen of zelfs bot kan beschadigen. De kans op genezing is groot.Er zijn verschillende behandelopties voor basaalcelcarcinomen.
De meest voorkomende behandeling van een basaalcelcarcinoom is een operatie. De huisarts of de dermatoloog snijdt dan, onder een lokale verdoving, het plekje weg. Er wordt dan ook een randje van de gezonde huid meegenomen. Vervolgens onderzoekt een patholoog dit stukje huid weer en kijkt of er nog kanker in de snijrand zit. Is dit het geval en zijn er nog kankercellen zichtbaar in dit randje van de ‘gezonde huid’, dan is er nog een tweede operatie nodig waarbij een extra randje weggesneden wordt door de arts.
Zit het basaalcelcarcinoom in het gezicht of op het hoofd, dan kan worden gekozen voor mohs-chirurgie. Dit is een operatietechniek, wederom onder lokale verdoving, waarbij de arts het plekje krap weghaalt en zo min mogelijk gezonde huid wegsnijdt. Vervolgens wordt dit weefsel meteen onder de microscoop onderzocht.
Wanneer de kanker nog niet helemaal weg is, snijdt de arts weer een extra randje huid weg. Dit wordt ook weer meteen onderzocht. Zo gaat de arts verder tot er geen kankercellen meer worden gevonden onder de microscoop. Op deze manier blijft de wond zo klein mogelijk en wordt er zo min mogelijk gezonde huid weggehaald.
Is een operatie niet mogelijk of zal dit ontsierende, lelijke littekens opleveren, dan kan bestraling een behandeloptie zijn. Dit kan bijvoorbeeld overwogen worden bij plekjes in het gezicht en rond of op het oor. Bestraling kan ook gebruikt worden wanneer het plekje tijdens de operatie niet volledig kon worden verwijderd.
Na de onderzoeken volgt er een gesprek met de arts. Als het om melanoom gaat, zal de arts meer uitleggen over de tumor. Bijvoorbeeld om welk stadium het gaat en of er meer onderzoeken nodig zijn.
Het is belangrijk om iemand mee te nemen naar dit gesprek. Twee horen meer dan één. Ook kan het handig zijn om het gesprek op te nemen. Dan is later terug te luisteren wat de arts heeft gezegd. Overleg dit van tevoren altijd even met de arts.
Deze drie vragen kunnen helpen tijdens het gesprek:
De behandeling van het melanoom bestaat uit het wegsnijden (excisie) onder plaatselijke verdoving. Meestal wordt dit na een paar weken herhaald met een bepaalde marge rond het litteken, afhankelijk van de dikte van het melanoom. De stukjes huid worden steeds door een anatoom-patholoog onderzocht. Indien lymfeklieronderzoek of ander onderzoek nodig is, wordt u naar een gespecialiseerd centrum verwezen. In het geval dat er uitzaaiingen naar elders in het lichaam zijn, wordt u eveneens naar een gespecialiseerd centrum verwezen.
Er zijn meerdere manieren om actinische keratosen te behandelen. De manier van behandeling hangt of van het aantal-, de grootte en de locatie van de actinische keratosen. Ook weegt uiteraard de voorkeur van de patiënt mee in de uiteindelijke beslissing welke behandeling toegepast wordt. Er wordt soms ook besloten om de plekken niet te behandelen.
Vloeibaar stikstof is meestal de eerste keus voor behandeling. De actinische keratosen worden dan bevroren. Dat geeft tijdens behandeling een pijnlijk gevoel dat snel weer weg trekt. Soms kan er een blaartje ontstaan. De plekken genezen uiteindelijk als een soort schaafwondje na ongeveer 2 weken. Er hoeft geen pleister op. De actinische keratose wordt op deze manier vervangen door nieuwe normaal groeiende huid.
Curretage en elektrocoagulatie houdt in dat de actinische keratose wordt weggehaald met een scherpe lepel, waarna het weefsel eronder wordt weggebrand en de bloedvaten dichtgeschroeid worden.
Chirurgisch verwijderen van de actinische keratosen wordt soms toegepast als ze niet goed op andere behandelingen reageren. Dit is geukkig niet vaak nodig. Als dit wordt gedaan, dan wordt de plek plaatselijk verdoofd, eruit gesneden en dicht gehecht.
5-Fluorouracil (Efudix) crème bevat een stof die de celgroei afremt. Deze behandeling wordt vaker gegeven als er een groter huidoppervlak is met meerdere actinische keratosen. De slechte cellen in de huid nemen deze stof op, en daardoor kunnen deze cellen niet meer groeien en delen. Meestal wordt deze crème twee keer per dag gesmeerd voor twee tot vier weken. Tijdens de behandeling geeft het huidirritatie. Dat komt door een goede werking van de crème. Na de behandeling verdwijnt dit vanzelf weer. Behandeling met deze crème zorgt zelden voor littekens. Een ander voordeel is dat deze crème ook kleine actinische keratosen aanpakt die nog niet zichtbaar zijn.
Via de Doktr-app spreek je snel met een erkende huisarts via video, zonder afspraak. De huisartsen kunnen je helpen met begeleiding en beoordeling van de symptomen. Indien nodig kunnen ze je doorverwijzen voor verder onderzoek en eventuele behandeling.
Als het vermoeden bestaat dat de kanker is uitgezaaid, wordt meestal een operatie uitgevoerd om de tumor te verwijderen. Meer onderzoeken en soms meer operaties kunnen nodig zijn om ervoor te zorgen dat er geen kanker achterblijft.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van dergelijke onderzoeken en operaties: