Blog

Alles wat je moet weten over Acuut Huidletsel

Huidafwijkingen bij de ziekte van Lyme

Erythema migrans
Op de plaats waar de teek gebeten heeft ontstaat een rood, vaak jeukend, plekje. Deze rode plek ontstaat bijna altijd, ook als er geen infectie met Borrelia heeft plaatsgevonden. Wanneer dit rode plekje binnen 1 week weer verdwijnt is besmetting met de Borrelia bacterie niet erg waarschijnlijk. Wanneer er enige dagen na de beet sprake is van uitbreiding van de roodheid en zeker wanneer een rode ringvormige plek ontstaat is een infectie wél heel waarschijnlijk.

Erythema migrans is het meest voorkomende symptoom van infectie met borrelia. Ongeveer 80% van de mensen die geïnfecteerd raakt ontwikkelt deze kenmerkende, ringvormige huidafwijking.Soms is er alleen sprake van een egaal rood gebied rond de tekenbeet. De kenmerkende rode afwijking kan al na enkele dagen ontstaan, maar wordt soms pas na enkele maanden zichtbaar. Gemiddeld ontstaat de afwijking 17 dagen na de tekenbeet. Erythema migrans veroorzaakt soms jeukklachten of een lichte branderige pijn. In dit eerste stadium van de ziekte van Lyme is er in 23-50% van de gevallen sprake van hoofdpijn, spierpijn, moeheid of koorts.

Lymphocytoma cutis
Een andere uiting van het eerste stadium van de ziekte van Lyme is een rood-paarse zwelling van de huid die gemiddeld enkele centimeters groot is. Hoewel het lymphocytoom overal op de huid kan voorkomen zijn de oorlel (vooral bij kinderen) en het gebied rond de tepel voorkeursplekken voor het ontstaan van deze afwijking. Deze uiting van de ziekte van Lyme is veel zeldzamer dan het hierboven beschreven erythema migrans. Slechts 2 tot 3% van de met de borrelia geinfecteerde mensen ontwikkelt een lymphocytoom.

Hoe wordt de teek met de bacterie besmet?

De teek begint zijn leven als larve die zich ontwikkelt tot nimf en vervolgens tot volwassen teek. Voor elk stadium in de ontwikkeling heeft de teek een nieuwe gastheer nodig. Wanneer de nimfe of volwassen teek in een eerder stadium bloed heeft gezogen bij een door de bacterie besmette gastheer zal hij besmet worden. Bij een volgend ‘bloedmaal’ bij een nieuwe gastheer kan de Borrelia bacterie worden overgebracht. Na de tekenbeet verplaatst een aantal bacteriën zich van de darm naar de speekselklieren van de teek en komen zo in de huid van de gastheer terecht. Dit proces duurt ongeveer 24 uur. Door zich te binden aan eiwitten in het speeksel van de teek weet de bacterie zich af te schermen tegen het immuunsysteem van de gastheer.

Gedacht wordt dat de nimfen voor de mens de belangrijkste besmettingsbron zijn: De nimfen zijn klein (iets groter dan 1 mm) en de beet is meestal niet pijnlijk, dus de vastgebeten nimf wordt vaak laat ontdekt. Dit is van belang, omdat de kans op overdracht van de bacterie klein is als de teek of de nimf binnen 24 uur wordt verwijderd.

Vaak wordt de tekenbeet niet eens opgemerkt. De helft van alle patiënten met de ziekte van Lyme kan zich niet herinneren door een teek gebeten te zijn..

Pijn en vermoeidheid

Veel mensen met de ziekte van Lyme ervaren pijn en vermoeidheid in zowel de vroege als latere stadia van de ziekte, en ook als aanhoudende klachten na behandeling.

Veelvoorkomend zijn: spierpijn, spierzwakte, spierkrampen, stijve en pijnlijke nek, rugpijn, zenuwpijn, hoofdpijnen, gewrichtspijn (zie ook Lyme-artritis), buikpijn, pijn aan de ribben of het borstbeen, een niet uitgerust gevoel bij ontwaken, een vergrote behoefte aan slaap en moeite met in slaap vallen of doorslapen.

Ook ervaren veel patiënten na inspanning een verergering van symptomen of een algeheel beroerd voelen, ook wel post-exertionele malaise (PEM) genoemd.

De spier- en gewrichtsklachten hebben vaak een verspringend en fluctuerend beloop. Vanwege de gelijkenissen kunnen deze symptomen ook verward worden met fibromyalgie. Daarnaast kunnen ook pijnlijke ontstekingen aan spier- en bindweefsel optreden en ontstekingen aan het beenvlies, het vlies dat de botten bekleedt.

Complication(s)

ACA is considered a risk factor for malignancies, including B-cell lymphoma, basal cell carcinoma and squamous cell carcinoma.

The treatment of first choice is ceftriaxone (e.g. Rocephin), even in the case of concomitant extracutaneous manifestations such as arthritis or CNS involvement (see Table 1). The antibiotic cycles should be repeated at 3-month intervals depending on the clinical situation and last 21-28 days due to the generation times.

Adults receive ceftriaxone 1 time/day 2 g i.v., in severe, refractory cases up to 4 g/day for 3 weeks. Children receive 50 mg/kg bw once/day up to a maximum dose of 2 g/day for 21 days. In premature infants and newborns up to 2 weeks, do not exceed doses of 50 mg/day/kg bw.

The duration of therapy depends on the clinical findings, cycles may need to be repeated.

Antibody titer controls are only of limited value for the course of the healing process. However, a drop in titres can be observed with sufficient therapy. Atrophies are not reversible.

Alternative: Oral amoxicillin 500 to 1000 mg three times a day for 14 to 28 days

Alternative: Doxycycline orally 100 mg twice daily or 200 mg once daily for 14 to 28 days

Alternative: Cefotaxime 2000 mg intravenously every 8 hours for 14 to 28 days

Alternative: Penicillin G intravenously 3 to 4 MU every 4 hours for 14 to 28 days

Children/pregnancy (risk of diaplacental transmission!)

  • Amoxicillin 50 mg/kg bw/day p.o. (2-3 times/day 500 mg/day p.o.)
  • Alternative: Cefuroxime juice 20-30 mg/kg bw/day for 21 days
  • Alternative: Erythromycin 3-4 times/day 500 mg p.o. or i.v. over 21 days

Voor 16:00 besteld: dezelfde dag verzonden
Gratis verzending vanaf € 75
Klantenservice met jaren ervaring
Gratis sample bij je bestelling!