Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Na de behandeling is het belangrijk dat je gezondheidstoestand wordt opgevolgd. Je krijgt een persoonlijk schema van consultaties en aanvullende onderzoeken (bloedonderzoek, beeldvorming…). Die gebeuren in het begin op regelmatige basis, maar vervolgens geleidelijk minder frequent. Als er tussen twee controles nieuwe aandoeningen of symptomen optreden, is het belangrijk zo snel mogelijk je arts op de hoogte te brengen.
Bij de controles, minimaal een keer per jaar, onderzoekt de specialist de plaats waar de primaire kanker zich bevond en eventueel het chirurgische litteken van de operatie, maar ook de hele huid. Als een patiënt behandeld is voor een plaveiselcelcarcinoom of melanoom, controleert de arts ook de lymfekliergebieden door deze gericht te betasten.
Wat kan je zelf doen?
Het is belangrijk om regelmatig, ongeveer elke twee à drie maanden, zelf je huid zorgvuldig te controleren op mogelijke veranderingen, naast de onderzoeken die worden uitgevoerd door een specialist. Bij het uitvoeren van deze controle moet je rekening houden met verschillende mogelijkheden :
Na de behandeling van een plaveiselcelcarcinoom moet je ook letten op eventuele zwellingen van de lymfeklieren, onder andere in de nek, oksels of lies. Zodra je een verandering of meerdere veranderingen opmerkt, maak dan onmiddellijk een afspraak met je arts.
Remissie betekent een vermindering of volledige verdwijning van tekenen die wijzen op de aanwezigheid van kanker. Als alle symptomen zijn verdwenen, is er sprake van volledige remissie. Dat betekent niet noodzakelijk dat de aandoening volledig en permanent voorbij is. Mogelijk hebben sommige kankercellen het overleefd en zijn ze te klein om te worden gedetecteerd. Maar ze kunnen wel het begin zijn van een toekomstige herval. Pas als er nog een extra periode is overbrugd, waarbij medische onderzoeken geen enkele afwijking of kankercel meer kunnen detecteren, is er sprake van genezing. De duur van deze periode hangt af van het kankertype.
Leven met kanker is niet vanzelfsprekend. Kanker en de behandeling ervan hebben vaak grote invloed op het dagelijks leven. Niet alleen op het lichaam maar ook op de geest.
De behandeling van melanoom heeft vaak gevolgen, soms voor de rest van het leven. Mensen met melanoom kunnen te maken krijgen met de volgende klachten:
Kanker gaat samen met veel emoties. Bijvoorbeeld onzekerheid over de toekomst of angst voor pijn of voor terugkeer van de kanker. Bespreek deze angst met de arts. Ook emoties zijn goed om te bespreken en vaak is ook hier iets aan te doen.
Vermoeidheid na kanker komt veel voor. Ook bij mensen met melanoom. Dat kan door de ziekte zelf komen, maar ook door de behandeling. Als de vermoeidheid er 6 maanden na de behandeling nog is, heet het chronische vermoeidheid. De arts kan hier een oplossing voor zoeken, bijvoorbeeld hulp van een psycholoog.
Na een lymfeklieroperatie kan lymfoedeem optreden. Bij lymfoedeem hoopt zich erg veel vocht en eiwitten op in bijvoorbeeld een arm of been. Lymfoedeem is meestal blijvend. Het is wel te behandelen, zodat de klachten minder worden.
Melanoom kan pijnklachten geven. Er kunnen veel oorzaken zijn voor de pijn. Bijvoorbeeld als de tumor op een weefsel duwt, of als er uitzaaiingen zijn. Ook kan een behandeling met bestraling of chemotherapie kan pijn geven. Bespreek dit met de arts. Vaak is er iets aan te doen.
Na de behandeling van een melanoom hoef je niet helemaal uit de zon te blijven. Bescherm je wel tegen zonnestraling door beschermende kleding of zonnebrandcrème. Extra zonnen en onder de zonnebank gaan wordt afgeraden.
Verschillende zorgverleners kunnen extra begeleiding bieden. Zowel in als buiten het ziekenhuis. Probeer iemand te vinden die ervaring heeft met het begeleiden van mensen met kanker.<
“Als dermatoloog doe ik niet anders dan de hele dag naar huidplekjes kijken. Voor mij is het dus makkelijk praten, want mijn oog is getraind op het snel herkennen van de vreemde eend in de bijt.” Dermatoloog Jan-Gert geeft je tips die hij mensen in de spreekkamer ook geeft.
Kom je vaak in de zon, ben je als kind regelmatig verbrand, heb je een lichte huid of heb je wel eens afwijkende huidplekjes gehad? Bekijk dan eens per 3 maanden kritisch je lichaam. Controleer of er nieuwe plekken bij gekomen zijn of dat bestaande plekken zijn veranderd. Als je een donkere huid hebt of altijd goed hebt gesmeerd met zonnebrand is regelmatige zelfcontrole minder nodig.
Let bij de controle vooral op de volgende plekken:
Misschien wel de belangrijkste tip: heb je verdachte plekjes of twijfel je, bezoek dan je huisarts of behandelend dermatoloog.
Huidkanker is vaak goed te behandelen, mits je er op tijd bij bent. Ga daarom naar de huisarts wanneer je huidkanker denkt te herkennen. Met een verwijzing van je huisarts kun je op korte termijn, meestal binnen een week, terecht bij DC Klinieken Groningen, Almere, Den Haag, Lairesse (Amsterdam) of Voorschoten. Maak op deze pagina een afspraak.
Meestal merkt de patiënt een klein, glanzend bultje op, zoals een doorschijnende parel, die langzaam groeit. Soms zijn er verwijde bloedvaten te zien. Na verloop van tijd verschijnt er een zweertje in het midden van het bultje en daaromheen een glanzende rand. Het pijnloze zweertje is vaak vochtig en heeft een korst die gemakkelijk loslaat of spontaan verdwijnt. Vervolgens wordt er een nieuwe korst gevormd. Op de romp manifesteert een basaalcelcarcinoom zich vaak als een stukje eczeem.
Een klein wondje, dat niet geneest, of een onverklaarbaar rood en ruw plekje kan ook duiden op basaalcelcarcinoom.
Plaveiselcelcarcinoom begint doorgaans als een roze of rood puistje, dat soms bedekt is met een schilferige korst, bestaande uit dode, witte huid. Als deze korst loslaat, blijft er een oppervlakkig wondje over. Het glanzende uiterlijk en de verwijde bloedvaten van basaalcelcarcinoom blijven achterwege.
Op de lippen neemt PCC gewoonlijk de vorm aan van een wondje of een witte vlek die langzaam groeit en er schilferig uitziet. Dergelijke afwijkingen kunnen verschijnen bij een langdurige huidaandoening, zoals een chronische wonde of infectie.