Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Het plaveiselcelcarcinoom (verder afgekort als “PCC”) vormt ongeveer 10% van alle vormen van huidkanker die uw huidarts op het spreekuur ziet. Een andere medische term is “ spinocellulair carcinoom” (populairder gezegd het “spino”). Naar schatting worden er jaarlijks in Nederland meer dan 10.000 gevallen met een PCC ontdekt. Het PCC groeit sneller dan het basaalcelcarcinoom (verder afgekort als “BCC”). Wanneer het PCC niet behandeld wordt kan deze huidkanker wel uitzaaien. De tumor zal dan het eerst uitzaaien naar de lymfeklieren. Het PCC is daardoor kwaadaardiger dan het BCC. Indien dit carcinoom echter op tijd wordt behandeld is de prognose gunstig.
Deze vorm van huidkanker komt vooral voor bij de oudere persoon, vanaf de leeftijd van 60 jaar. Bij blanke personen die langdurig in tropische gebieden hebben gewoond kan PCC reeds op jongere leeftijd optreden. PCC komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Het identificeren is niet zo evident. Afhankelijk van het type zijn er verschillen in de kenmerken en bovendien kunnen de symptomen ook individueel verschillen tussen personen.
Basaalcelcarcinomen kan je voornamelijk herkennen aan het gladde, glazige uiterlijk. Vaak komt dit type huidkanker voor in het aangezicht en uit het zich in een traag groeiend knobbeltje dat na een tijd een zweertje wordt omringd door een gladde rand. Vaak voelt het zweertje vochtig en zit er een korstje op dat zeer gemakkelijk opengaat. Wanneer een basaalcelcarcinoom op de romp voorkomt, zal het meer lijken op een eczeemplekje.
Plaveiselcelcarcinomen komen vooral voor op hetaangezicht, de rug van de handen en de nek. Dit zijn plaatsen die veel in de zon komen en daardoor gevoeliger zijn voor huidkankerplekjes. Meestal uit het zich in een rozerood bultje met een schilferend korstje. Wanneer dit korstje verdwijnt, rest er een zweertje. Het verschil tussen de twee zit hem in de parelmoeren glans die zo karakteristiek is aan een basocellulair carcinoma. Een plaveiselcelcarcinoom heeft dit niet.
Premaligne afwijkingen van de huid kunnen ook uitgroeien tot huidkankerplekjes. Deze afwijkingen kan je herkennen aan keratose. Dit is een plekje op de huid dat lijkt op een wrat of een eczeemplek en die rasperig of ruw aanvoelt. Het kan ook uitgroeien tot een wondje wanneer je eraan krabt.
Afhankelijk van de plaats en grootte van de huidkanker, zal de huidspecialiste beslissen om het plekje chirurgisch te verwijderen, te bevriezen of weg te branden. Andere behandelingen kunnen fotodynamische therapie, lokale chemotherapie en immunotherapie zijn. Bij fotodynamische therapie maken ze de kwaadaardige huidcellen gevoelig voor licht waardoor ze afsterven. Lokale chemotherapie maakt gebruik van celdelingsremmende en celdodende crèmes. Immunotherapie stimuleert het afweersysteem om de kankercellen te verwijderen.
Leven met kanker is niet vanzelfsprekend. Kanker en de behandeling ervan hebben vaak grote invloed op het dagelijks leven. Niet alleen op het lichaam maar ook op de geest.
De behandeling van melanoom heeft vaak gevolgen, soms voor de rest van het leven. Mensen met melanoom kunnen te maken krijgen met de volgende klachten:
Kanker gaat samen met veel emoties. Bijvoorbeeld onzekerheid over de toekomst of angst voor pijn of voor terugkeer van de kanker. Bespreek deze angst met de arts. Ook emoties zijn goed om te bespreken en vaak is ook hier iets aan te doen.
Vermoeidheid na kanker komt veel voor. Ook bij mensen met melanoom. Dat kan door de ziekte zelf komen, maar ook door de behandeling. Als de vermoeidheid er 6 maanden na de behandeling nog is, heet het chronische vermoeidheid. De arts kan hier een oplossing voor zoeken, bijvoorbeeld hulp van een psycholoog.
Na een lymfeklieroperatie kan lymfoedeem optreden. Bij lymfoedeem hoopt zich erg veel vocht en eiwitten op in bijvoorbeeld een arm of been. Lymfoedeem is meestal blijvend. Het is wel te behandelen, zodat de klachten minder worden.
Melanoom kan pijnklachten geven. Er kunnen veel oorzaken zijn voor de pijn. Bijvoorbeeld als de tumor op een weefsel duwt, of als er uitzaaiingen zijn. Ook kan een behandeling met bestraling of chemotherapie kan pijn geven. Bespreek dit met de arts. Vaak is er iets aan te doen.
Na de behandeling van een melanoom hoef je niet helemaal uit de zon te blijven. Bescherm je wel tegen zonnestraling door beschermende kleding of zonnebrandcrème. Extra zonnen en onder de zonnebank gaan wordt afgeraden.
Verschillende zorgverleners kunnen extra begeleiding bieden. Zowel in als buiten het ziekenhuis. Probeer iemand te vinden die ervaring heeft met het begeleiden van mensen met kanker.<