Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
Als de huisarts het plekje op de huid niet vertrouwt, geeft hij of zij een verwijzing naar een dermatoloog. Een dermatoloog is een huidarts.
Het onderzoek naar een melanoom begint eigenlijk altijd met het weghalen van het plekje. De dermatoloog verwijdert het plekje en snijdt eromheen ook een extra randje gezonde huid weg.
Onderzoeken om uitzaaiingen op te sporen:
Een melanoom kan uitzaaien. Dat gebeurt als er kankercellen losraken van het melanoom. De uitzaaiingen komen het eerst in de lymfeklieren in de buurt van het plekje. Die klier heet de schildwachtklier.
Tijdens het onderzoek verwijdert de arts de schildwachtklier om hem verder te kunnen onderzoeken. In het laboratorium kijkt de patholoog of er uitzaaiingen in de klier zitten.
Zijn er lymfeklieren gevonden die vergroot zijn? Dan gebruikt de arts een echo om te kijken of er uitzaaiingen in lymfeklieren zitten.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam bekijken en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Tijdens het onderzoek smeert de arts of echolaborant gel op de huid. Hij of zij beweegt een klein apparaatje over de huid dat de geluidsgolven uitzendt.
Bij een punctie haalt de arts vocht uit de lymfeklieren weg om te onderzoeken op uitzaaiingen. Dat gebeurt met een dunne, holle naald. Een patholoog onderzoekt het vocht onder de microscoop.
Soms maakt de arts ook gebruik van echografie of een scan. Zo kan de arts precies zien wat hij of zij doet.
Als er een kans is dat het melanoom is uitgezaaid, kan de arts een CT-scan aanvragen. Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien. Het scan-apparaat maakt gebruik van röntgenstraling en een computer.
Er zijn meerdere manieren om actinische keratosen te behandelen. De manier van behandeling hangt of van het aantal-, de grootte en de locatie van de actinische keratosen. Ook weegt uiteraard de voorkeur van de patiënt mee in de uiteindelijke beslissing welke behandeling toegepast wordt. Er wordt soms ook besloten om de plekken niet te behandelen.
Vloeibaar stikstof is meestal de eerste keus voor behandeling. De actinische keratosen worden dan bevroren. Dat geeft tijdens behandeling een pijnlijk gevoel dat snel weer weg trekt. Soms kan er een blaartje ontstaan. De plekken genezen uiteindelijk als een soort schaafwondje na ongeveer 2 weken. Er hoeft geen pleister op. De actinische keratose wordt op deze manier vervangen door nieuwe normaal groeiende huid.
Curretage en elektrocoagulatie houdt in dat de actinische keratose wordt weggehaald met een scherpe lepel, waarna het weefsel eronder wordt weggebrand en de bloedvaten dichtgeschroeid worden.
Chirurgisch verwijderen van de actinische keratosen wordt soms toegepast als ze niet goed op andere behandelingen reageren. Dit is geukkig niet vaak nodig. Als dit wordt gedaan, dan wordt de plek plaatselijk verdoofd, eruit gesneden en dicht gehecht.
5-Fluorouracil (Efudix) crème bevat een stof die de celgroei afremt. Deze behandeling wordt vaker gegeven als er een groter huidoppervlak is met meerdere actinische keratosen. De slechte cellen in de huid nemen deze stof op, en daardoor kunnen deze cellen niet meer groeien en delen. Meestal wordt deze crème twee keer per dag gesmeerd voor twee tot vier weken. Tijdens de behandeling geeft het huidirritatie. Dat komt door een goede werking van de crème. Na de behandeling verdwijnt dit vanzelf weer. Behandeling met deze crème zorgt zelden voor littekens. Een ander voordeel is dat deze crème ook kleine actinische keratosen aanpakt die nog niet zichtbaar zijn.
Heb je melanoom in stadium 4 en ben je fit genoeg voor een behandeling? Dan kun je een van deze medicijnen krijgen:
De behandeling heeft als doel om je klachten minder te maken en je leven te verlengen.
Ben je geopereerd aan een stadium 4 melanoom en ben je ziektevrij? Dan is een aanvullende behandeling met nivolumab mogelijk. Deze behandeling kan de kans kleiner maken dat de kanker terugkomt.
Bij stadium 4 slaat de behandeling bij 30 tot 60% van de patiënten aan. Het percentage hangt af van de agressiviteit en uitgebreidheid van de ziekte en welke immunotherapie gegeven wordt. Aanslaan betekent hier dat de uitzaaiingen meer dan 30% afnemen.
De behandeling duurt maximaal 2 jaar.
Hoe een melanoom behandeld wordt, hangt van veel dingen af. De dermatoloog zal altijd proberen het melanoom te verwijderen. Als er uitzaaiingen zijn, volgen aanvullende behandelingen. De dermatoloog bespreekt wat de mogelijkheden zijn.
De volgende behandelingen zijn er voor een melanoom:
De behandeling van melanoom begint met een operatie. De dermatoloog verwijdert het melanoom om het in het laboratorium te laten onderzoeken door de patholoog.
Als het plekje inderdaad een melanoom is, volgt een tweede operatie. De dermatoloog verwijdert dan het litteken en een randje gezonde huid daaromheen. Het stukje huid gaat voor onderzoek weer naar de patholoog.
Sommige uitzaaiingen van een melanoom zijn met een operatie te verwijderen. Of dit mogelijk is, hangt af van de plek van de uitzaaiingen en hoeveel het er zijn.
Grote melanomen in een arm of been die niet te verwijderen zijn, kunnen soms met medicijnen behandeld worden. Het been of de arm krijgt dan een hoge dosis chemotherapie samen met doelgerichte therapie. Bij deze behandeling komen de medicijnen niet verder in het lichaam. De naam voor deze behandeling is ledemaatperfusie.
Bij een ledemaatperfusie worden de bloedvaten in het been of de arm afgesloten van de andere bloedvaten in het lichaam. Dit is nodig omdat er geen bloed vanuit het been of de arm ergens anders in het lichaam mag komen. Voor deze behandeling is een hart- longmachine nodig die een deel van de bloedsomloop overneemt. De arts legt verder uit hoe de behandeling precies werkt.
Ongeveer de helft van de mensen met een uitgezaaid melanoom blijkt een verandering (mutatie) in het BRAF-gen te hebben. Zij kunnen in aanmerking komen voor doelgerichte therapie. Deze behandeling wordt niet in elk ziekenhuis gegeven.
Soms is een behandeling mogelijk met immunotherapie. Bij immunotherapie zorgen de medicijnen ervoor dat het afweersysteem de tumor beter kan aanvallen. Deze behandeling wordt niet in elk ziekenhuis gegeven.