Winkelwagen
U heeft geen artikelen in uw winkelwagen
There is no uniformly effective treatment for frontal fibrosing alopecia to date. A short course of oral steroids, intralesional steroid injections, antibiotics such as tetracyclines, or antimalarial tablets may benefit patients who have a rapid onset of hair loss. The 5-alpha-reductase inhibitors finasteride and dutasteride have been reported to stop further hair loss but this may be due to associated androgenetic alopecia. Immunosuppressants tried include ciclosporin and mycophenolate mofetil.
The use of the antidiabetic agent pioglitazone (off-label) for the treatment of frontal fibrosing alopecia was reported to reduce symptoms, inflammation, and progression of frontal fibrosing alopecia but its use has not been supported by further investigations . Side effects include ankle swelling and weight gain.
Rituximab and adalimumab are novel new treatments.
Hair grafting may be considered once disease activity has settled.
Die frontal fibrosierende Alopezie wurde erstmals 1994 beschrieben [1]. Da die Erkrankung selten auftritt, fehlen bis heute evidenzbasierte Behandlungsoptionen. In einem aktuellen Review wurden Diagnosekriterien und Therapiemöglichkeiten zusammengefasst [2].
Avoid common mistakes on your manuscript.
Oft ist es selbst für Ärzte sehr schwer, eine frontal fibrosierende Alopezie (FFA) überhaupt zu erkennen, da sie schleichend verläuft und Patienten ihren Haarverlust meist dem fortschreitenden Alter zuschreiben. Dabei könnte eine frühe Behandlung die Krankheit möglicherweise aufhalten. Bisher gibt es jedoch kaum Daten zu Pathogenese, Histologie und effektiven Therapien.
Die frontal fibrosierende Alopezie (FFA) ist eine immer noch eher seltene, in letzter Zeit in dermatologischen Einrichtungen jedoch häufiger diagnostizierte Erkrankung der Kopfhaut, die zu einem bleibenden Verlust der Kopfhaare führt. Sie gehört zu der Erkrankungsgruppe der primär vernarbenden Kopfhauterkrankungen. Charakteristisch für die FFA ist ein Zurückweichen der Haar-Stirn-Grenze, wobei dies häufig auch mit einem Verlust der Augenbrauen einhergeht. Während die ersten Mitteilungen über das Erkrankungsbild der FFA ausnahmslos Frauen nach den Wechseljahren mit heller Haut betrafen, sind heute FFA-Erkarnkungen auch bei Frauen vor der Menopause, bei Männern und sogar bei Kindern beschrieben worden. Die Ursache der FFA ist weitgehend unbekannt, oft wird sie als Unterform der chronisch-entzündlichen Autoimmunerkrankung Lichen planopilaris gesehen. Die Erstlinientherapie konzentriert sich auf verschiedene entzündungs¬hemmende Wirkstoffe, die topisch oder intraläsional verabreicht werden.
+ Auftreten überwiegend, aber nicht ausschließlich bei Frauen nach der Menopause mit heller Haut
+ Symptome Zurückweichen der Stirn-Haar-Grenze, Ausdünnung/Verlust der Augenbrauen, weiße oder rote Gesichtspapeln, Juckreiz und Missempfindungen möglich, häufig starke psychische Belastung der Betroffenen
+ Einflussfaktoren Entzündung der Haarfollikel unter Beteiligung von zytotoxischen T-Lymphozyten, Ursachen und Auslöser weitgehend ungeklärt
+ Therapieoptionen als Erstlinientherapie topische oder intraläsional verabreichte entzündungshemmende Glukokortikoide, als Zweitlinientherapie in Kombination mit systemischem Doxycyclin, Hydrochloroquin oder Retinoiden
+ Ansteckungsgefahr keine
Waardoor Lichen Planopilaris exact veroorzaakt wordt, is niet helemaal duidelijk. Het is wel bekend dat dit een variant is van Lichen Planus. Deze ziekte wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een ongewone reactie van het lichaam/afweersysteem op bepaalde geneesmiddelen, infecties en overmatige stress.
Bij Lichen Planopilaris wordt de huid rondom de haarzakjes rood en de rest van de hoofdhuid licht paars. Vervolgens hoopt zich keratine op in de opening van de haarzakjes, waardoor een groot aantal verhoornde haartjes zichtbaar worden.
Deze haarzakjes raken daardoor verstopt, er hoopt zich namelijk vuil en fijn stof op als gevolg van de schilfering van de opperhuidcellen. Dit heeft haaruitval en littekenvorming tot gevolg.
Het littekenweefsel is wit, op de kale plekken zijn de haarzakjes meestal niet meer zichtbaar. Deze kale plekken worden vaak steeds grot en het haar aan de randen kan vaak makkelijk worden uitgetrokken.
Een variant van lichen planopilaris is frontale fibroserende alopecia. Deze aandoening komt met name voor bij vrouwen na de overgang en wordt gekenmerkt door terugwijkende haargrens op het voorhoofd en uitvallen van de wenkbrauwen.
Deze aandoening kan het beste worden behandeld met corticosteroïden, hetzij plaatselijk op de hoofdhuid aangebracht hetzij in tabletvorm ingenomen. Tevens kunnen antimalariapillen, antibiotica, middelen die het afweersysteem onderdrukken en een synthetische vorm van vitamine A de verschijnselen verminderen.
In sommige gevallen gaat Lichen Planopilaris vanzelf over, deze aandoening kan echter ook vele jaren aanblijven met veel haaruitval en blijvende kaalheid tot gevolg.